Drijfmest wordt steeds meer uit elkaar getrokken

Publicatiedatum: 29-11-2023

Drijfmest is voor de melkveehouderij nog altijd de belangrijkste allround mestsoort, maar als gevolg van regelgeving zijn er de laatste jaren diverse nieuwe meststromen ontstaan. “De drijfmest wordt steeds meer uit elkaar getrokken”, stelt adviseur Mest & Mineralen Youri van Vugt. Hij zet verschillende aspecten op een rijtje.

De verschillende meststromen hebben allemaal hun eigen werking. Melkveehouders weten in grote lijnen wel wat welke meststof doet, maar de juiste toepassing – hoeveelheden per hectare, de werking in de bodem en de gevolgen op de langere termijn – vergt iets meer detailkennis.

Gebruik digistaat neemt toe

Met de opkomst van monomestvergisting neemt ook het gebruik van digestaat als meststof toe, stelt Youri. Dit restproduct uit de biogasinstallatie is al deels gefermenteerd en de stikstof komt zodoende sneller beschikbaar dan uit drijfmest. Anderzijds is de effectieve organische stof in digestaat circa 19 kilo per kuub, terwijl die drijfmest 30 kilogram OS per kuub bevat. Door het hogere ammoniumgehalte (3,1 kilo) is het risico op uitspoeling en vervluchtiging van stikstof groter dan bij niet-vergiste mest.

Dikke en dunne fractie

De dikke fractie van gescheiden mest is fosfaatrijk (4,4 kilo). Gemiddeld zit er 74 kilo effectieve organische stof in per kuub. “De dikke fractie is amper uitspoelingsgevoelig, die kan dus al vroeg op grasland worden uitgereden” zegt hij. Ook is de dikke fractie uiterst geschikt voor het bemesten van bouwland. De dunne fractie bevat vooral stikstof (3,2 kilo) en kalium (6,1 kilo). Het is met z’n snel opneembare mineralen een snel werkende meststof. Vanwege het risico op uitspoeling is het advies om dit pas vanaf de tweede snede uit te rijden. “De werking is super snel, maar het effect ebt ook snel weg. Bij de volgende zie je er al weinig meer van”, aldus Youri. Het gehalte organische stof ligt lager dan bij drijfmest.

Dierlijke kunstmestvervangers

Dan zijn er nog diverse soorten dierlijke kunstmestvervangers. Spuiwater (ammoniumsulfaat) uit de luchtwasser bevat gemiddeld 7,5 procent stikstof, maar ook 6,5 kilo zwavel per kuub. Dit product moet apart worden uitgereden, met geschikte apparatuur. Bij toepassing is het advies om dit te combineren met drijfmest. “Spuiwater heeft een hoog gehalte zwavel. Dat betekent dat het grasland meer moeite heeft om koper en selenium op te nemen, wat op den duur weer gevolgen kan hebben voor de vruchtbaarheid van de koeien”, schetst Youri. Ammoniumnitraat (op basis van salpeterzuur en ammonium) bevat gemiddeld 15 procent stikstof. Het is vergelijkbaar met KAS: 50 procent ammonium en 50 procent nitraat. Met het oog op de uitspoelingsgevoeligheid is dit een prima zomermeststof, aldus Youri. “Er is alleen nog niet zo veel ervaring mee opgedaan.”

Omgekeerde osmose

Dan is er nog mineralenconcentraat. Dit is een product dat ontstaat door ultrafiltratie van drijfmest, gevolgd door omgekeerde osmose. Mineralenconcentraat bevat gemiddeld bijna 7 procent stikstof, en kali. Het wordt uitgereden als kunstmest, maar het heeft een lagere werkingscoëfficiënt dan kunstmest. “Het is wel beter betaalbaar dan gewone kunstmest”, weet Youri. “Voor ondernemers is het nu heel erg zoeken: wat is er beschikbaar, wat past het beste bij mijn bedrijf en wat levert het op?” Het wordt steeds belangrijker om een bemestingsplan te maken op perceelsniveau,zeker wanneer je verschillende meststromen gebruikt. Melkveehouders die hier meer van willen weten, kunnen hiervoor terecht bij Youri en zijn collega’s van DLV Advies.

Mede mogelijk gemaakt door

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een bijeenkomst binnen het project Klimaatbewust boeren.
Het project Klimaatbewust boeren is mede mogelijk door steun van de provincie Noord-Brabant, ZLTO en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie