Nieuwsarchief
Eco-regeling: winterveldbonen, kruidenrijk gras en rietzwenk bij mais op klei
De GLB-pilot Kringloop Noordelijke Kleischil is gericht op het ontwikkelen en testen van regionale inspirerende voorbeelden van kringlooplandbouw. Op 14 juli was er een veldbijeenkomst bij Ron Iwema in Rasquert waar winterveldbonen, kruidenrijk grasland en onderzaai in snijmais centraal stonden. Deze drie teelten passen binnen de eco-regeling in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Ron heeft een intensieve samenwerking met een aantal akkerbouwers uit de buurt. De gewasrotatie is 2 jaar gras, gevolgd door 1 jaar akkerbouw. De akkerbouwers telen voornamelijk pootgoed aardappels. Zelf teelt hij mais en winterveldbonen. Al het gras is tijdelijk grasland.
Winterveldbonen, kruidenrijk grasland en onderzaai in snijmais (op klei) verhogen alle drie de bodemvruchtbaarheid. Het positieve effect op de bodem van deze gewassen is van groot belang gelet op het intensive bouwplan. Bovendien verduurzaamt Ron zijn samenwerking met akkerbouwers nog eens extra en werkt hij aan het verder sluiten van de kringloop.
Winterveldbonen
Winterveldbonen zijn vlinderbloemigen en kunnen hierdoor stikstof uit de lucht binden. Bemesting is daarom ook minder of zelfs niet nodig. Ook de teelt na de winterveldbonen kan met minder bemesting toe, aangezien er door de winterveldbonen veel stikstof is vastgelegd in de bodem. Aan de veehouder bieden winterveldbonen eiwit van eigen land. Voor een akkerbouwer is het een interessant gewas in het bouwplan; een mooie voorvrucht omdat het een mooie beworteling heeft en een N-nalevering. De opbrengst van de bonen zal naar verwachting circa 6 ton bedragen. Hiermee is de teelt ook rendabel. De ervaring leert echter dat zulke opbrengsten niet vanzelfsprekend zijn. Zeker de eerste jaren is goede teeltbegeleiding nodig.
Winterveldbonen kunnen ingezet worden als eigen geteeld krachtvoer. Qua voederwaarde vallen de winterveldbonen te vergelijken met raapschroot. Daar is het een prima vervanging voor via eiwit van eigen land. Gemiddelde voederwaarde: 275 ruw eiwit, 105 DVE en 125 OEB. Wat bonen interessant maakt is het hoge zetmeelgehalte van 345 gram, daarmee hebben ze een hogere energie- dichtheid dan raapschroot. Ook de vertering is net wat beter dan bij raapschroot. Bonen zijn wat minder vergelijkbaar met soja, want “soja werkt harder”. Het is een mooi compleet product met zowel eiwit als energie. In het nieuwe GLB tellen winterveldbonen mee in de eco-regeling als ‘Stikstofbindend gewas’.
Kruidenrijk grasland
Het kruidenrijk grasland is een zaadmengsel van verschillende grassen (Engels raaigras en timothee) en kruiden (witte, rode en rolklaver, luzerne, cichorei, smalle weegbree en karwij). De kruiden vergroten de biodiversiteit en verbeteren de bodemvruchtbaarheid. De diepte van de penwortels en variatie aan wortels zorgen voor een goede bodemstructuur. De combinatie gras-kruiden trekt wormen en bodembacteriën aan welke de grond actiever en weerbaarder maken. Dit resulteert in een vruchtbaardere bodem. Daarnaast zorgen de verschillende klavers in het mengsel voor binding van stikstof uit de lucht en voeden hiermee de rest van het gewas waardoor kunstmest niet en drijfmest minimaal nodig is. In het nieuwe GLB is ‘Grasland met kruiden’ ook één van de eco-activiteiten. Daarnaast wordt kruidenrijk grasland beloond via PlanetProof en Royal Aware/Albert Heijn.
Traag rietzwenk als vanggewas onder mais op klei
De teelt van snijmais op de Noordelijke kleigronden kent zijn beperkingen. Het groeiseizoen is korter dan in de zuidelijke delen van ons land en de oogst onder natte omstandigheden is lastig op kleigrond. Binnen het intensieve bouwplan vormt de organische stofbalans ook een aandachtspunt.
Ron zaait daarom al een aantal jaren, met veel succes, gras onder de mais. Dit is traag-ontwikkelend rietzwenk, welke tegelijk met de mais gezaaid kan worden. Als de mais begint te sluiten, en hierdoor het licht wegneemt van het gras, komt het gras tot stilstand. Als de maisbladeren verdrogen rond het afrijpen van de mais komt er weer licht op de bodem en gaat het gras opnieuw groeien. Dit type gras is niet geschikt voor voeren aan melkkoeien, wel draagt het bij aan een goede bodemstructuur door het enorme wortelstelsel. Bij de oogst van de mais ligt er een mooie grasmat op de kleigrond. Dit maakt het oogsten een stuk makkelijker door een betere draagkracht en minder versmering door de natte klei.
De boven- en ondergrondse plantmassa leveren daarnaast een waardevolle bijdrage in de organische stofbalans. Ook worden mineralen vastgelegd, zodat deze niet meer kunnen uit- of afspoelen en dus behouden blijven voor de kringloop. In het nieuwe GLB is de (op kleigrond NIET verplichte) onderzaai van gras een eco-activiteit. Door deze als groenbedekking gedurende de winter te laten staan, telt deze nogmaals mee als eco-activiteit.
GLB-pilot Kringloop Noordelijke Kleischil
De GLB-pilot Kringloop Noordelijke Kleischil is een samenwerkingsverband van twee akkerbouwers, drie melkveehouders, waaronder Ron Iwema, Delphy en DLV Advies. ‘Bottom-up’ wordt gekeken hoe er kan worden gewerkt aan kringlooplandbouw. Daarbij zijn praktische haalbaarheid en bedrijfseconomie belangrijke randvoorwaarden voor de deelnemers. De bezoekers van de veldbijeenkomst hebben uitleg over de drie teelten/maatregelen gehad van DLV Advies, Delphy en experts van Hoogland en Barenbrug. In het najaar volgt een nieuwe bijeenkomst bij Ron Iwema in Rasquert waarin de oogstopbrengsten van de gewassen aan bod komen. Wilt u te zijner tijd een uitnodiging ontvangen of wilt u meer informatie over het project, neem dan contact op met Ap van der Bas, adviseur Mest & Mineralen.
De GLB-pilot Kringloop Noordelijke Kleischil is mede mogelijk door steun van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.