Nieuwsarchief
Economisch model demoboerderij Kenia
Niek Groot Wassink van DLV Advies is betrokken bij een project in Kenia voor Egerton University genaamd ‘Capacity building for strengthening the Livestock Value Chain’. Het project onder leiding van Q-point probeert kennis vanuit Nederland over te brengen naar Kenia.
Kennisplatform
De opdracht bestaat uit twee onderdelen. Als eerste wil Egerton University verschillende Keniaanse bedrijven en organisaties samenbrengen om kennis te delen. Het zogenaamde ‘Centre of Excellence’. Dit moet een platform worden van allerlei kennisinstellingen, adviesbureaus en bedrijven. Hierin moet kennis samenkomen waar zij van profiteren maar ook de studenten van de universiteit. Naast concrete kennis, biedt het platform ook de mogelijkheid aan studenten om bij bedrijven stage te lopen of aan de slag te gaan.
Demoboerderij
Daarnaast is er een demoboerderij opgezet waarin praktische kennis door studenten en regionale ondernemers kan worden opgedaan. De afgestudeerden hebben vaak heel veel theoretische maar weinig praktische kennis. De demoboerderij moet hier verandering in brengen. Daarnaast biedt het ruimte om innovatieve ideeën uit te werken. De adviseurs van DLV Advies delen hun kennis in dit project.
In maart 2018 heeft Niek de betrokkenen van het project aan de universiteit in Kenia weer bezocht om ze verder te helpen met het genereren van data van de demoboerderij om deze te implementeren in een nieuw economisch model. De laatste keer dat hij hier was, waren ze bezig om deze demoboerderij op te zetten. Inmiddels draait de boerderij en werd met de betrokkenen gekeken naar welke data er gegenereerd kunnen worden en op welke wijze.
Op de boerderij is de diversiteit groot. Zo hebben zij op iets meer dan een hectare varkens, koeien, kippen (leg en vlees) en 7 verschillende soorten gewassen (van passievrucht tot aan cassave).
Niek heeft een model opgezet om data te verzamelen en heeft met de betrokkenen gekeken hoe deze verwerkt kunnen worden tot een economisch model. Besproken is hoe zijn hun eigen data bij kunnen houden. In het bijhouden van data moet er in de basis begonnen worden. Dit houdt in dat ze bijvoorbeeld de productie per koe moeten bijhouden, maar ook dat het tellen van het aantal eieren per dag inzicht geeft. Maar ook bijvoorbeeld hoeveel voer ze per maand kopen. Hierin moest ook duidelijk gemaakt worden dat de hoeveelheid eieren en kippen die zijzelf consumeren ook bijgehouden moet worden. Niek heeft met de deelnemers de nieuwe werkwijze besproken.
Uitrollen naar 40 commerciële boerderijen
Deze werkwijze willen ze nu ook bij 40 commerciële boerderijen (dit varieert van 2 tot 40 stuks melkvee per bedrijf) gaan oppakken. Niek heeft hiervoor een model gemaakt. Met de bedrijfsleider van de demoboerderij en zijn assistent is er overlegd dat de controle op dataverzameling goed gebeurt. Zij moeten de kosten en de opbrengsten bijhouden. In het model van Niek zit een koppeling naar technische en economische data.
Studenten gaan de managers helpen om data te verzamelen in de buurt zodat er een benchmark ontstaat. Ze beginnen met 10 kengetallen zodat ze van elkaar kunnen leren.
Doel voor de toekomst is dat de deelnemers uiteindelijk zelfstandig een begroting kunnen opstellen. De demoboerderij moet zichzelf kunnen redden. Boeren moeten van elkaar kunnen leren. Ze moeten begrijpen hoe een financieel model werkt, hoe ze geld moeten verdienen en hoe ze een positief rendement kunnen realiseren. Er moet veel data gegenereerd worden om een goede benchmark op te zetten met andere bedrijven. De professoren moeten in staat zijn een goede benchmark te kunnen opzetten voor goed lesmateriaal en voor boeren uit de streek.
Naast DLV Advies en Q-point spelen ook HAS Den Bosch, Maastricht School of Management (MSM), Rabobank International Advisory Services (Rias) en GrowthAfrica (Kenia) een belangrijke rol in dit project.