Een schoon bord voor de koeien

Publicatiedatum: 23-06-2021

Selectief vreten of water van onvoldoende kwaliteit kan zorgen voor stress bij de koe. Gisten en bacteriën maken goed voer slecht en tasten de gezondheid van de koe aan. Om de melkproductie op niveau te houden moet iedere koe haar deel van een kwalitatief rantsoen kunnen halen bij het voerhek en de waterbak.

Hoe meer melk de koe produceert, hoe meer energie ze nodig heeft. Die energie haalt ze uit haar rantsoen. Smakelijk voer en schoon en fris water verhogen de weerbaarheid van de koe en voorkomen behandelingen. Edith Finke, adviseur Mest & Mineralen: “Wees niet alleen kritisch op de voerkwaliteit maar ook op de waterkwaliteit. 75% van het rantsoen bestaat uit water. Het voer wordt wel altijd geanalyseerd op kwaliteit, maar het is verstandig om ook van het drinkwater een keer een monster te laten nemen.”

Pensverzuring

Onder andere de toegang tot en de kwaliteit van voer en water hebben een belangrijke rol in het voorkomen van pensverzuring. Bij pensverzuring is de zuurtegraad in de pens te laag en functioneren de micro-organismen die de eiwitten uit het voer omzetten naar een voor de koe bruikbaar eiwit niet goed meer. Er ontstaan problemen met de vertering en de weerstand van de koe verzwakt. Het is lastig om pensverzuring te herkennen. Signalen zijn onder meer bijvoorbeeld dat de koe minder kauwt, diarree, een slechte conditie, een lage droge stofopname, verlaging van het melkvetgehalte, klauwproblemen of onverteerde voerresten in de mest. Pensverzuring kan onder andere worden voorkomen door een rantsoen met voldoende structuur. Voorkom ten alle tijden broei in een kuil. De gevolgen van broei op de voerkwaliteit zijn groot. Het geeft niet alleen verlies aan voederwaarde maar ook vermindering van verteerbaarheid, smakelijkheid en voeropname.

Voer aan het hek

Edith: “Coating op de voergang zorgt voor een schoon bord voor de koeien. Schoon, smakelijk en fris voer stimuleert het herkauwen waardoor de zuurtegraad in de pens op peil blijft. Goed mengen van het rantsoen voorkomt dat koeien het lekkerste eruit selecteren wat kan leiden tot variaties in de zuurtegraad, en daarmee tot een verminderde vertering van het voer.” Omdat koeien op verschillende momenten eten, moet er voldoende voeraanbod zijn zodat de dieren de hele dag kunnen vreten. Ruime looppaden en voldoende vreetplaatsen voorkomen overbezetting aan het voerhek en daarmee worden al flink wat stressmomenten voor de koe weggenomen. Ook meer toegangen richting het voerhek zorgen voor een betere toegankelijkheid tot het voer.

De kuil

Kuilanalyses geven aan hoeveel energie en eiwit er in het ruwvoer zit. De analyse kan echter afwijken van de werkelijkheid: broei en zand in de kuil verminderen de voedingswaarde. Een lagere voedingswaarde zorgt niet alleen voor een directe schadepost op het ruwvoer, maar ook voor indirecte schadeposten: minder smakelijk voer (lagere droge stofopname uit het eigen ruwvoer), meer voerresten, verminderde melkproductie, verhoogde infectiedruk en de weerstand van de koe neemt af. Succesfactoren bij het inkuilen zijn onder andere:

  • Op warme dagen ’s avonds inkuilen in plaats van overdag.

  • Schone kuilplaten en sleufsilo’s. Geen begroeiing of restvoer om de kuil bij het uitkuilen.

  • Maaimachine, schudder en harkmachine niet te diep af te stellen en oogstwagens een stukje door laten rijden om grond in de kuil te voorkomen.

  • Snijden of frezen van de kuil zodat er een glad snijvlak ontstaat waardoor er minder zuurstof in de kuil komt. De zuurstof zorgt voor broei.

  • Voldoende tijd voor de shovel om goed de kuil in te rijden. Laat de shovel aangeven wanneer een volgende graswagen gelost kan worden.

  • Kuilen die 40% droge stof per kubieke meter bevatten conserveren gemakkelijker (minder zuurstof) en zijn bij uitkuilen ook minder broeigevoelig. Bij een te droge kuil (>45%) neemt de broeigevoeligheid toe omdat aanrijden niet meer goed gaat.

  • Voldoende gewicht op de kuil.

  • Beoordeel het effect van toevoegmiddelen op de kuilkwaliteit.

Optimale wateropname

Maar liefst ¾ deel van de opname van het rantsoen bestaat uit water. Bied dus altijd voldoende en schoon water aan. Een slechte kwaliteit of onvoldoende drinkwater, voor 1 liter melk heeft een koe 4 liter water nodig, zorgt voor een lagere wateropname. Let erop dat er voldoende en goed toegankelijke waterbakken zijn zodat na het melken, als de waterbehoefte het grootst is, en bij hittestress dat alle dieren voldoende kunnen drinken. Om competitie te voorkomen zijn er per groep minimaal twee (of meer) drinkpunten nodig. De vulsnelheid moet minimaal 15 liter per minuut zijn. Plaats de waterbakken niet in een doorloop tenzij deze minimaal 3 meter is.

Meet de kwaliteit van het water bij de bron, door het leidingwerk en van de drinkbakken. Open verbindingen, tussenopslag en doodlopende stukken leiden tot stilstand water. Deze plekken zijn een broeinest voor bacteriën. Ook een biofilm in de leidingen kan zorgen voor verminderde smaak en waterkwaliteit en daardoor mogelijk tot een lagere wateropname. Controleer drinkbakken dagelijks op helderheid, kleur en geur en maak ze wekelijks schoon. DLV Advies werkt samen met GD in het project, meer informatie over optimale wateropname vind je op de GD website.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u terecht bij Ids van der Ploeg, Edith Finke, Gijs van Loon en Michiel Meindertsma. Zij begeleiden vanuit DLV Advies melkveehouders in het project Voorkomen is beter dan genezen. In het project werkt DLV Advies samen met MS Schippers en GD bij het adviseren van melkveehouders over een goede hygiëne op de ‘werkvloer’ om gedwongen afvoer te verminderen. Het project is mede mogelijk door steun van de provincies Limburg, Drenthe, Utrecht en Friesland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.

 

 

 

 

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie