Eerste partij koprotproef achter de planken

Publicatiedatum: 26-09-2017

De eerste partij uit de koprotproef staat inmiddels in de bewaring, de tweede partij lag tot vrijdag 22 september nog op het land en is inmiddels opgeladen. De hevige regenval van afgelopen tijd zorgt voor een vertraging in de planning. Harrie Versluis, betrokken vanuit DLV Advies, vindt dat niet erg: “Hierdoor sluit de proef écht aan bij de praktijk en zien we straks naar verwachting grote verschillen. Met die verschillen kunnen we volgend jaar de proef finetunen”. Naast DLV Advies zijn ook Delphy en WUR betrokken bij dit project genaamd 'Uireka'.

Effect van veldperiode en bewaarregime

In de koprotproef wordt onderzocht wat het effect is van de veldperiode (periode tussen het rooien en opladen) en het bewaarregime. Om verschil in ras uit te sluiten is gekozen voor één ras. Op de verschillende proefvelden is er kunstmatige koprotinfectie toegediend, op drie verschillende momenten: vroeg, midden en laat. De partijen zijn op praktijkniveau geteeld. De gewasbescherming is erop gericht om valse meeldauw te voorkomen. De gekozen middelen hebben geen of een minimale werking op koprot. De partijen zijn tegelijk gerooid, waarvan de ene partij na één dag binnen is gereden en de andere partij na twee weken nog op het land ligt. De uien worden blootgesteld aan verschillende bewaarregimes: bewaring met buitenlucht waarbij de ventilator continu draait. Een bewaring op een temperatuur van 20 graden, waarbij de ene partij snel is gedroogd, de andere partij langzaam: op 30% van de snelheid van de snelle opwarming. Datzelfde is gedaan met een temperatuur van 32 graden.

Telers denken mee in het onderzoek

Op laboratoriumniveau is eerder onderzocht wat de bewaartemperatuur voor effect heeft op koprot. Daaruit bleek dat de schimmeldraden van koprot bij een temperatuur van 20 graden het hardste groeien. Een bewaring van 25 graden of 15 graden remt de ontwikkeling van koprot, boven de 30 graden ligt de ontwikkeling stil. Versluis: “Het is nu afwachten of we dit resultaat ook in de praktijk meten, daar draait het tenslotte om binnen Uireka. Het bewaren gaat op praktijkniveau in complete kisten en vindt plaats op een praktijkbedrijf.” Middels de werkgroep zijn telers, verwerkers en adviseurs nauw betrokken bij de proef. “Ik heb de werkgroep een aantal keuzes laten zien voor de opzet van het onderzoek. Daaruit is gekozen en zijn dingen toegevoegd en weggelaten. De suggestie voor het drogen met buitenlucht is bijvoorbeeld een verzoek vanuit telers, omdat er nog veel gebruik gemaakt wordt van deze methode. Een andere suggestie is het onderzoek naar kale uien. Er wordt veronderstelt dat een hoge bewaartempratuur resulteert in meer kale uien. Het is relatief eenvoudig dit toe te voegen aan het onderzoek”, vertelt Versluis.

December resultaten bekend

Harrie Versluis verwacht grote verschillen tussen de partij die direct de bewaring in is gegaan en de partij die een langere veldperiode kent. In het najaar vinden de onderzoeken plaatsen, in december worden de eerste resultaten verwacht.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie