Erfemissie beperken met overdekte wasplaats

Publicatiedatum: 23-08-2019

In de afgelopen jaren is de zogenaamde veldemissie, het verwaaien van gewasbeschermingsmiddel naar oppervlaktewater in de boomgaard, sterk afgenomen. De milieuwinst kan nu vooral worden behaald door iets te doen aan de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater op het erf. Met een adequate vul- en spoelplaats wordt de erfemissie nagenoeg teruggebracht tot 0 procent.

Zowel Vereecken Fruit Marknesse als Fruitbedrijf Van Rijn in Marknesse heeft maatregelen genomen om de erfemissie te minimaliseren. Zo zijn de plaats waar de spuitapparatuur wordt schoongemaakt en gespoeld overdekt en aangesloten op een Phythobac. Fruitbedrijf Van Rijn heeft bovendien een nieuw bedrijfspand laten bouwen en accommodatie voor seizoenwerkers. Half juni 2019 organiseerde DLV Advies op beide bedrijven een open dag.

Voldoen aan hoogste emissie-eisen

"Een overdekte spuit-, spoel- en vulplaats gaat verder dan de wettelijke verplichting om emissie terug te dringen. Van Rijn en Vereecken hebben op eigen initiatief een wasplaats laten bouwen waarmee ze ruimschoots voldoen aan de hoogste emissie-eisen op het erf. Bij Vereecken kan de trekker met spuit in de wasplaats, de wasplaats van Van Rijn is kleiner, daar past alleen de spuit in", zegt Anne van Rossum, projectleider Bouw Open Teelten.
Vereecken voegt toe: “Ik wil maatschappelijk verantwoord ondernemen en streef ernaar om ziektes zo natuurlijk mogelijk terug te dringen. Om de perenbladvlo te bestrijden, hebben we onder andere schuilplekken voor de natuurlijke vijanden aangelegd. Aanvullend zet ik gewasbeschermingsmiddelen in. Om de milieudruk zo laag mogelijk te houden, gebruik ik een KWH-spuit met vlossysteem die ik volledig in de nieuwe wasplaats kan binnenrijden. Alles wat ik kon doen om emissie te beperken, heb ik nu gedaan.” Van Rijn: “Ik wil een breed spectrum aan gewasbeschermingsmiddelen tot mijn beschikking blijven houden. Indirect heb ik daar invloed op door te zorgen dat de erfemissie minimaal is.”

Zuiveringsinstallatie grotere wasplaats

De wasplaatsen van Van Rijn en Vereecken zijn voor eigen gebruik. Soms kiezen ondernemers er voor om een wasplaats te delen. Door het intensievere gebruik voldoet een Phytobac dan niet meer. Er is dan zo veel proceswater dat het niet allemaal meer verdampt. De grotere wasplaatsen worden daarom uitgerust met een zuiveringsinstallatie. Op de BZG-lijst (zuiveringsinstallaties glastuinbouw) staan die apparaten die een toelating hebben in de glastuinbouw. Verschillende waterschappen hebben uitgesproken deze ook te willen toestaan in de andere sectoren.

"Grenzend aan de wasplaats bevinden zich de opslagruimtes voor meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dat er aparte ruimtes zijn heeft onder meer te maken met de brandveiligheid. De ruimte met de gewasbeschermingsmiddelen moet minimaal 60 minuten brandwerend zijn", zegt Van Rossum, ook brandspecialist bij DLV Advies.

Toekomstbestendige werkruimte

De overdekte wasplaats bij Fruitbedrijf Van Rijn is onderdeel van nieuwbouw. Het oude bedrijfspand werd gesloopt en vervangen door een licht gebouw met efficiënte werkruimtes, waaronder een opslagplaats voor leegfust, een werkplaats/machineberging en een ruime kantine. De pluktreintjes kunnen tijdens de oogst door de schuur rijden en er is veel ruimte om snel te lossen, het fruit weg te zetten en/of gereed te maken voor transport.

Voor DLV Advies was het een uitdagend project. "Hoe bouw je iets slim terug op hetzelfde vloeroppervlakte oftewel hoe maak je meer van hetzelfde oppervlakte? Samen met de opdrachtgever is bekeken wat typerend is voor hun werkwijze, door heel gedetailleerd de werkdag door te nemen. Als je ’s morgens start met een kop koffie in de kantine en dan je werkkleding gaat aantrekken, moet de werkplaats in de buurt van de kantine liggen. Tijdens de pluk is het belangrijk voldoende parkeerplaatsen te hebben en vrachtwagens moeten de ruimte hebben om te kunnen laden en lossen. De pluktreintjes moeten gemakkelijk naar binnen naar het lege fust kunnen rijden en het mag maar kort rijden met de heftruck zijn. Uiteindelijk kom je tot een efficiënte routing en win je ruimte", aldus Van Rossum.

Accomodatie voor seizoenswerkers

Van Rijn wilde op zijn terrein ook een accommodatie voor seizoenarbeiders laten realiseren. Van Rijn: “Het wordt steeds moeilijker om personeel te krijgen, daarom hebben we er bewust voor gekozen om een veilige en prettige huisvesting te bieden aan seizoenarbeiders. De werknemers die er op dit moment wonen, zijn zeer tevreden. Het gebouw is nieuw, netjes, comfortabel en ze kunnen lopend naar het werk.“

De accommodatie is een aanbouw aan de bedrijfsruimte en voldoet aan de norm voor agrarisch flexwonen. Het terras en de gezamenlijke woonkamer zijn extra’s die door de bewoners zeer gewaardeerd worden. Doordat de bedrijfsruimte tussen de arbeidershuisvesting en de woning van Van Rijn ligt, is er privacy voor zowel het gezin als de arbeiders. De bewoners hebben bovendien een eigen rijroute.

De overdekte wasplaats is op beide plekken medegefinancierd met subsidie van de provincie Flevoland en het Europese landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (POP3).

Dit artikel verscheen op 3 augustus in het vakblad Fruitteelt.

Eerder schreven wij een klantervaring over het bouwproject dat wij realiseerden bij Van Rijn.

Lees de klantervaring 'toekomstbestendige werkruimte na sloop'

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie