Fosfaatrechten: vragen beantwoord

Publicatiedatum: 07-10-2016

Politieke partijen hebben vorige week schriftelijk hun vragen over het wetsvoorstel fosfaatrechten ingediend. Deze week presenteerde  staatssecretaris Van Dam een kamerstuk met antwoord op de meest gestelde vragen. 
De vragen gingen onder andere over de KringloopWijzer, de knelgevallenregeling en welke diercategorieën er onder fosfaatrechten vallen. 

KringloopWijzer

Naar verwachting zal de KringloopWijzer in ieder geval niet eerder dan na de afroming van de fosfaatrechten in 2018 aangewezen kunnen worden als instrument voor bedrijfsspecifieke afrekening van fosfaatrechten. Dat zou betekenen dat in 2017 niet gerekend  mag  worden met een  hogere fosfaatefficiëntie. Wanneer de KringloopWijzer geborgd is, kunnen de resultaten ervan naar alle waarschijnlijkheid wel meegenomen worden in de berekening van de fosfaatrechten. Hiermee wordt de fosfaatefficiëntie op het bedrijf gestimuleerd. Er wordt vooralsnog hard gewerkt om opname van de de Kringloopwijzer in de wet tijdig gereed te krijgen.

Voor veehouders die meer melkvee houden dan op de referentiedatum 2 juli 2015 betekent dit dat ze flink wat fosfaatrechten moeten bijkopen of leasen of  in aantal dieren  terug moeten gaan. Het is nu al raadzaam hier rekening mee te houden in de planning. Voor een aantal veehouders met groeiplannen, kan het beter zijn nog even een pas op de plaats te maken en  om met de voordelen van de KringloopWijzer, vanaf 2018 hun al geplande groei vervolg te geven te maken. Wat financieel de beste keuze is nu al goed in te schatten en voor elke veehouder zinvol om te doen. Tijdig anticiperen en keuzes maken voorkomt paniekmanagement in 2017.Denk hier niet te licht over! Een overschrijding van de regelgeving leidt tot forse boetes. 


Knelgevallenregeling

In het kamerstuk wordt duidelijk dat er niet  zomaar een knelgeval wordt toegewezen. Na de brief van 3 maart 2016 (Kamerstuk 33 979, nr. 108) is besloten de knelgevallenregeling nog verder te versoberen. De  knelgevallenregeling die van Dam voorstelt is zeer beperkt. In de antwoorden op diverse situaties wordt vrij resoluut en exact volgens de letter van het wetsvoorstel gereageerd. Een knelgeval wordt alleen toegekend bij aantoonbare ziekte bij de veestapel óf ondernemer, dan wel bij situaties waar door bouwactiviteiten minder vee werd gehouden
Het gaat er in die laatste situatie knelgevallenvoorziening niet om hoeveel dieren er na de realisatie van de bouw gehouden kunnen worden. Nee er zal een vergelijking gemaakt worden met de situatie van 2 juli 2015  en wat in redelijkheid voor een bedrijf mocht worden verwacht. Als gevolg van de genoemde oorzaken sprake is van tenminste 5% minder melkvee dan kan men mogelijk in aanmerking komen voor een compensatie. Het gaat er nadrukkelijk niet om een vergelijking met de toekomst te maken. Ondernemers die voornemens waren hun bedrijf uit te breiden maar die uitbreiding nog niet hadden gerealiseerd, komen niet in aanmerking voor de knelgevallenvoorziening. 

Diercategorieën

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering een duidelijke definitie kan geven van de verschillende categorieën vee. Wordt een zoogkoeienbedrijf wel of niet onderdeel van het fosfaatrechtenstelsel? Dat geldt ook voor vleesveebedrijf, vleeskalverhouderij en natuurorganisaties die graasdieren in natuurgebieden houden.

De definitie van ‘melkvee’ volgt uit de Meststoffenwet en is per 1 januari 2015 geïntroduceerd in het kader van het stelsel van verantwoorde groei melkveehouderij (artikel 1, eerste lid, onderdeel kk):

1.    melk- en kalfkoeien, te weten koeien (bos taurus) die ten minste eenmaal hebben gekalfd en die voor de melkproductie of de fokkerij worden gehouden met inbegrip van koeien die drooggezet zijn alsmede koeien die worden vetgemest en in de mesttijd worden gemolken;
2.    jongvee  jonger dan 1 jaar voor de melkveehouderij, en vrouwelijke opfokkalveren voor de vleesveehouderij tot 1 jaar en
3.    jongvee ouder dan 1 jaar, te weten alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren;

Onder jongvee (diercategorieën 101 en 102 uit bijlage D bij de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet) vallen de volgende dieren:
•    vrouwelijk en mannelijk jongvee jonger dan een jaar voor de melkveehouderij
•    vrouwelijke opfokkalveren voor de vleesveehouderij tot 1 jaar
•    kalveren van weide- en zoogkoeien die gehouden worden voor de melkveehouderij 
•    vrouwelijke kalveren van weide- en zoogkoeien die gehouden worden als opfokkalf voor de vleesveehouderij. 
•    vrouwelijk en mannelijk jongvee ouder dan een jaar voor de melkveehouderij
•    overig vleesvee, met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren

Fosfaatrechten zijn niet nodig voor het houden van:
•    weide en zoogkoeien , dit zijn koeien die ten minste eenmaal hebben gekalfd en geen melkkoe of kalfkoe zijn (diercategorie 120)
•    witvleeskalveren van ca. 14 dagen tot ca. 8 maanden (diercategorie 112)
•    startkalveren voor rosévlees of roodvlees (diercategorie 115)
•    rosevleeskalveren van ca.3 maanden tot ca. 8 maanden (diercategorie 116)
•    rosevleeskalveren van ca. 14 dagen tot ca. 8 maanden (diercategorie 117)
•    roodvleesstieren van ca. 3 maanden tot de slacht, dit is inclusief ossen en vrouwelijke dieren die op deze wijze worden gemest. (diercategorie 122)
•    fokstieren, dit zijn stieren van 2 jaar en ouder (diercategorie 104)

Op de hoogte blijven?

DLV Advies houdt alle nieuws over fosfaatrechten nauwlettend in de gaten. Wilt u op de hoogte gehouden worden van ontwikkelingen die voor uw situatie van belang zijn, vul dan onderstaand formulier in of neem contact op met uw adviseur.  

HOU MIJ OP DE HOOGTE!
 

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie