Nieuwsarchief
Geen derogatie en geen stalaanpassingen
Dit jaar heeft de familie Buijs besloten geen gebruik te maken van derogatie. Geen derogatie betekent in ieder geval dat zij niet meer hoeven te voldoen aan de eis van 80% grasland. In de Gecombineerde opgave voor 2022 bestaat het bouwplan uit circa 65% gras, 28% mais en 7% veldbonen.
“Joris Buijs kan in 2022 zijn bouwplan aanpassen, omdat hij meer land binnen het bedrijf zelf gaat gebruiken. Voorgaande jaren teelde hij zijn krachtvoer bij andere bedrijven in de buurt. Door meer land en eigen krachtvoerteelt kan Joris het bouwplan voor 2022 anders invullen dan voorgaande jaren en kan hij de eis van 80% grasland loslaten”, geeft Paul Blokker aan. Paul is adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies en begeleidt de familie Buijs vanuit het project Koeien & Kansen.
Natuurinclusieve melkveehouderij in Brabant
De familie Buijs, woonachtig in Etten-Leur (Noord-Brabant), heeft net als de andere melkveehouders in die provincie te maken met het Brabants beleid. Oftewel, het realiseren van een emissiearme stal per 1 januari 2024. De provincie heeft echter een uitzonderingsregeling voor bedrijven die voldoen aan de voorwaarden van natuurinclusieve melkveehouderij. De Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM) vormt de basis hiervoor. Paul: ”In dit model moet je minimaal 1.000 punten behalen met daarnaast een lage veebezetting (< 2 GVE/hectare) en minimaal 720 uur weidegang voor melkvee. Om aan de eis van < 2 GVE te voldoen, moet er meer grond onder het bedrijf.”
“De afgelopen jaren werden er mais en veldbonen geteeld door derden. In 2022 zal een groot deel van deze voedergewassen in de Gecombineerde opgave van de familie Buijs opgenomen worden”, vervolgt Paul. “Hiermee wordt het areaal vergroot van 76 hectare naar 92 hectare, inclusief natuurgrond. Door de uitbreiding van het areaal gaat de familie Buijs minder dan 80% grasland telen. Het aandeel voedergewassen en krachtvoerteelt zal meer dan 20% bedragen.”
Indicatoren voor duurzaamheid
De punten uit de BBM (Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij) komen voort uit de verschillende indicatoren van de KringloopWijzer en “groene” indicatoren. De indicatoren uit de KringloopWijzer zijn onder andere het percentage blijvend grasland, N-bodemoverschot, RE in het rantsoen en gebruik stikstofkunstmest. De meeste van deze indicatoren komen overeen met de projectdoelstellingen van Koeien & Kansen en de eisen van ‘On the way to PlanetProof’. Afgelopen jaren is er gewerkt om de score van deze indicatoren te verbeteren. Hierdoor scoort Buijs over 2021 1.300 punten in de BBM en wordt er voldaan aan de GVE-eis. Het weiden van minimaal 720 uur is ook geen probleem.
Hogere stikstofnorm uit dierlijke mest
Bij wijze van uitzondering is het voor Joris via de BES-pilot (BedrijfsEigen Stikstofnorm) waarschijnlijk ook mogelijk om gebruik te maken van een hogere stikstofnorm uit dierlijke mest dan de 170 kg N die gehanteerd moet worden bij minder dan 80% grasland. Door de grotere oppervlakte wordt wel de norm van minder dan 2 GVE behaald. In combinatie met het goed scoren op bepaalde duurzaamheidsindicatoren uit de KringloopWijzer, hoeft de stal waarschijnlijk niet aangepast te worden. Paul: “Het verbeteren van deze indicatoren betaalde zich afgelopen jaren niet (altijd) uit, maar hierdoor wordt nu wel voldaan aan de eisen van het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’. Omdat Joris in de gewenste regio zit voor ‘On the way to Planet Proof’, heeft hij zich daar ook voor aangemeld.”
BES-pilot
Als Koeien & Kansen-deelnemer heeft Joris Buijs vorig jaar deelgenomen aan de BES-pilot. Afgelopen jaar betekende dat voor zijn bedrijfssituatie dat hij te maken had met een norm van 270 kg stikstof uit dierlijke mest en 145 kg stikstof uit kunstmest. Zijn BES-normen voor 2022 zijn nog niet bekend. Die zijn onder andere afhankelijk van het bouwplan, het bodemoverschot en de gewasopbrengst van voorgaande jaren. In 2022 kan Joris nogmaals deelnemen aan BES-pilot. Of de BES-pilot na 2022 nog verder gaat is onduidelijk.