Voor een verantwoorde groei binnen de melkveehouderij is nieuwe wetgeving ingericht, de zogenaamde Melkveewet. Op 2 juli 2015 stuurde Staatsecretaris Dijksma een brief naar de Tweede Kamer met het voorstel. Uit deze brief blijkt dat veehouders via het bedrijfsspecifieke spoor ontwikkelingsruimte kunnen verdienen. Aan de hand van een voorbeeldbedrijf laten we de gevolgen zien van de  AMvB.

Fosfaatproductie in  beeld

Het voorbeeldbedrijf houdt in jaar 2014 100 melkkoeien met een vervangingspercentage van dertig procent. Het betreft een derogatiebedrijf met 40 hectare gras en 10 hectare maïs.

De totale fosfaatproductie in 2014 ligt op 5.561 kilogram. De fosfaatplaatsingsruimte voor dit bedrijf bedraagt 4.450 kilogram. In 2016 groeit het bedrijf naar 120 melkkoeien met hetzelfde aantal jongvee. Daarnaast neemt de productie per koe toe met 250 kilogram melk naar 9.000 kilogram. Door efficiënter te voeren haalt het bedrijf een bex-voordeel op fosfaat van 10 procent. Resultaat hiervan is dat het bedrijf zonder extra grond te verwerven binnen de huidige grondpositie kan groeien naar 120 melkkoeien. Dit betekent dat de totale productie van 875.000 naar 1.080.000 kilogram melk op jaarbasis gaat.

Dit is een indicatieve berekening op basis van een voorbeeldbedrijf en de voorgestelde aanpassingen van de Mestoffenwet. Aanpassing van de regelgeving kunnen leiden tot andere uitkomsten.

Efficiënter werken

Uit deze berekening blijkt dat het in deze situatie mogelijk is om ook in de toekomst te groeien door verschillende efficiëntieslagen te maken op bedrijfsniveau. Relevante maatregelen zijn bijvoorbeeld het verlagen van het vervangingspercentage, het verhogen van de melkproductie en scherper voeren.

Wilt u weten hoe de Melkveewet, maar ook hoe de mogelijke invoering van fosfaatrechten voor uw bedrijfssituatie uitpakken? Neem contact op met een van de specialisten en reken de gevolgen voor uw bedrijf door. 

Voor meer informatie: Marc Strikkeling, specialist Rundvee,