Nieuwsarchief
Goed melken: een goed begin is het halve werk
Wat verstaan we onder goed melken? Dat kan worden samengevat als het vlot, pijnvrij en volledig leegmelken van de uier met behoud van een goede speenconditie en zonder verhoogde kans op uierontsteking. Schot voor open doel? Opmerkelijk genoeg ontstaat maar liefst 50% van de uierinfecties tijdens het melken, wat zowel afhangt van de correcte werking van de melkmachine als van de werkwijze van de melker.
Aangezien de melkmachine de enige machine is die dagelijks op een levend dier wordt aangesloten, is het van groot belang dat deze naar behoren functioneert. Reden genoeg om, in het kader van het project ‘Een betere stal voor koe en klimaat', hier extra aandacht aan te besteden. Op de bijeenkomst op 25 januari j.l. op het bedrijf van Huig de With in Linschoten, start Johan Grolleman, specialist in melkwinning en uiergezondheid, zijn presentatie: ‘Een goed begin is het halve werk’.
Voorbehandeling
“Een goede voorbereiding begint met het schoonmaken van de spenen. Daarnaast is extra massage/stimulatie van de uier raadzaam”, benoemt Johan. De specialist geeft verder aan dat voorstralen, met 12 stralen, de beste methode is voor een hoge oxytocine release. Deze voorbehandeling moet 10-15 seconden duren. Vervolgens heeft de koe 60 tot 90 seconden nodig om de melk te laten schieten. Door deze wachttijd aan te houden, wordt de koe sneller en efficiënter uitgemolken, wat een positief effect heeft op de maximale hoeveelheid melk die dan in de uier achterblijft. Minder belasting van de spenen leidt ook tot minder speenpuntvervelling. Bij Automatische Melk Systemen (AMS) is er doorgaans voldoende tijd voor stimulatie en wachttijd tot aansluiten ingesteld, wat gecontroleerd kan worden aan de hand van de dode melktijd.
Tepelvoering
Een passende tepelvoering die regelmatig wordt vervangen, is ook een belangrijk onderdeel van goed melken. Door de beweging van de tepelvoering tijdens het melken zal na verloop van tijd de elasticiteit afnemen, wat het risico op haarscheurtjes met zich meebrengt waar vuil zich kan ophopen. Om dit geen risico te laten vormen voor de uiergezondheid, moeten tepelvoeringen op tijd worden vervangen, doorgaans na 2500 melkingen. De fabrikant zal overigens per type een specifiek advies hebben. De stand van het melkstel is eveneens een aandachtspunt voor volledige uitmelking: de druk van de vier tepelbekers moet evenredig verdeeld zijn, waarbij slanggeleiding behulpzaam kan zijn.
Dagelijkse routine
“Controleer de spenen na het verwijderen van het melkstel regelmatig. Ook bij melken met AMS hoort dit in de dagelijkse routine van goed melken. Aan de hand van de spenen kunt u beoordelen of de werking van de melkmachine juist is en problemen voorkomen of in de kiem smoren”, attendeert de specialist. “Wanneer een melksysteem goed werkt, is de speen na verwijdering soepel, zonder melkresten. Voor ontsmetting van de speen en verzorging van de speenhuid is een nabehandeling met een geregistreerde dip altijd aan te raden. Daarbij is het van belang dat de speen voor 2/3e geraakt wordt”, besluit Johan. Na een theoretische bespreking, doorspekt met praktische voorbeelden, kregen de deelnemers de kans om de prachtige stal van Huig de With te bezichtigen, inclusief de vijf robots.
Meer informatie
Het project ‘Betere stal voor koe en klimaat’ is voortgekomen uit het Sabe-traject ‘Samen leren’, is mede mogelijk gemaakt door subsidiegelden vanuit RVO en vindt plaats in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. Wilt u meer weten over het Sabe-traject ‘Samen leren’, dan kunt u contact opnemen met Anne van Heesbeen, projectleider bij DLV Advies.