Nieuwsarchief
Goedkeuring mineralenconcentraat nabij
Mineralenconcentraat inzetten als kunstmestvervanger. Na jarenlange inzet lijkt Brussel eindelijk ‘ja’ te gaan zeggen.
DLV Advies is al jarenlang bezig met onderzoek en ontwikkeling van kunstmestvervangers. Zo ontwikkelde zij mede Groen Fosfaat en lopen er meerdere projecten rondom mestverwerking op het eigen erf. Wanneer mineralenconcentraten worden erkend als kunstmestvervangers, dan mogen ze worden ingezet als kunstmest en vallen ze buiten de gebruiksruimte voor dierlijke mest.
Wachten op groen licht
VVD-Europarlementariër Jan Huitema voert in Brussel al jaren strijd om mineralenconcentraten niet langer als dierlijke mest, maar als kunstmestvervanger aan te merken. “Laten we de kringloop proberen te sluiten en eerst onze dierlijke mest gebruiken, voordat we kunstmest aankopen. Dat is beter voor het milieu, beter voor het klimaat en beter voor de boer. Ook past het perfect in de kringlooplandbouw van minister Carola Schouten”, zegt Huitema. Hij verwacht dat in de komende maanden groen licht wordt gegeven vanuit Brussel en dat de implementatie in de Nederlandse wetgeving in 2021 kan plaatsvinden.
Boost voor mestvergisters
Wanneer mineralenconcentraat wordt erkend als kunstmestvervanger betekent dit een boost voor mestvergisters op het boerenerf. Harm Wientjes, projectaccountmanager bij DLV Advies, zet de voordelen van mest vergisten op het eigen bedrijf op een rij: “Dierlijke mest die nu overschot is, vervangt kunstmest. Dat betekent minder mestafvoer en minder kunstmestaanvoer, een betere stikstofbenutting, een sluitende mineralenboekhouding, 40 procent minder ammoniakuitstoot en minder transport van water omdat je de mineralen concentreert.”
Daarnaast leveren mestvergisters een flinke bijdrage aan de reductie van broeikasgasemissies. “Drijfmest bevat methaan, een krachtig broeikasgas. Door dit methaan als biogas af te vangen, voorkom je dat het wordt uitgestoten.” Kortom, op veel terreinen wordt winst geboekt.
Lees meer over Groen Fosfaat bij de innovaties.
Het originele artikel is te lezen op de website van de Nieuwe Oogst.