Hogere RE-norm vaker mogelijk dan vooraf gedacht binnen de veevoermaatregel

Publicatiedatum: 17-07-2020

In gesprekken met melkveehouders merkten adviseurs van DLV Advies dat er veel spraakverwarring en onduidelijkheid is over de voermaatregel van minister Schouten. Standaard, gemiddelde of maximale norm, hoe tellen (op)gemengde producten mee en welke rekentool moet ik gebruiken, zijn enkele voorbeelden daarvan. Op de laatste vraag is inmiddels antwoord gegeven. Sinds kort is de rekentool van RVO beschikbaar om te berekenen of een bedrijf een aangepaste norm mag gebruiken en hoe hoog de aangepaste norm is. Een aangepaste norm blijkt in de praktijk vaker mogelijk dan vooraf gedacht.

Volgens de conceptregeling mogen melkveehouders vanaf 1 september geen voer met een ruw eiwitgehalte (RE-gehalte) hoger dan de norm voeren of op voorraad hebben. Tenzij het voer is vrijgesteld. Pas eind augustus is duidelijk of de voermaatregel werkelijk per 1 september doorgevoerd wordt. De maatregel geldt dan voor vier maanden.

Gemiddelde norm of maximale norm?

Er is sprake van een gemiddelde norm en een maximale norm voor RE-gehalten voor aangekocht krachtvoer. Van belang is de maximale norm, dit is de bovengrens voor de hoeveelheid ruw eiwit dat een bedrijf op voorraad mag hebben en mag voeren. De gemiddelde norm van 155 RE is minder relevant. Deze heeft alleen betrekking op de berekening van de aangepaste norm. De standaard maximumnorm van de RE-gehalten is afhankelijk van de grondsoort en het aantal kg melk per hectare (intensiteit) van het bedrijf.

Voor welke voeders geldt de maximale norm?

De minister stelt een maximum aan ruw eiwit in diervoeders voor melkvee. Een aantal voerproducten is vrijgesteld, deze vallen niet onder de voermaatregel. Onder meer gras, mais, luzerne, veldbonen, voederbieten en verschillende bijproducten zijn vrijgesteld van de maximale ruw eiwitnorm (RE-norm). Enkele voedermiddelen halen sowieso de gestelde norm niet. Ook aan eigen geteeld diervoer wordt geen maximale RE-norm gesteld.

Hoe worden (op)gemengde producten meegeteld?

Bij het zelf (op)mengen van producten wordt gerekend met de losse, enkelvoudige grondstoffen. Je krijgt hiermee dus niet een andere norm. De normen gelden voor aangekochte mengvoeders, (mengsels van) enkelvoudige grondstoffen en enkele bijproducten.

Welke rekentool moet ik gebruiken?

DLV Advies raadt aan om de Rekentool Veevoermaatregel melkvee op de site van RVO te gebruiken. Uit de rekentool, een Excel-bestand, komt naar voren of een bedrijf mag rekenen met een norm hoger dan de standaardnormen voor zand, klei en veen. De nieuwe norm die uit de tool naar voren komt, is de maximale RE-norm voor jouw bedrijf. In de rekentool moeten onder meer voergegevens uit de Kringloopwijzer worden ingevuld.

Mogelijkheden om meer RE aan het rantsoen toe te voegen

  • De mais-grasverhouding wijzigen.
  • Bedrijfsspecifieke voeders laten samenstellen. Dit kan voor zowel bijproducten als krachtvoeders.
  • In het najaar meer vers gras voeren.
  • Andere voersoorten kiezen.
  • Anders bemesten en oogsten voor meer en beter benutbaar eiwit

Praktijkervaringen aanpaste norm

Adviseurs van DLV Advies hebben voor meerdere melkveehouders de rekentool van RVO ingevuld. De norm die uit de tool naar voren komt is de maximale norm. De uitkomsten varieerden sterk. We zien zelfs uitschieters naar een maximale norm van boven de 300 RE. Advies is dan ook om uit te rekenen of je in aanmerking komt voor een aangepaste norm. Bij veel bedrijven zien we toch een hogere norm dan de standaardnorm. Met name voor bedrijven die veel eiwitrijke krachtvoeders voeren, intensieve bedrijven en bedrijven met een laag eiwit in ruwvoeders en bijproducten is het mogelijk om een hogere maximale norm te krijgen.

Meer weten

Wil je weten of jouw bedrijf in aanmerking komt voor een aangepaste norm? Maak dan een afspraak met een adviseur. De adviseur weet welke producten vrijgesteld zijn en kan je begeleiden bij:

  • Het gesprek met de voeradviseur over wat je kunt wijzigen aan het voer om te komen tot de beste invulling van de maatregel in jouw situatie.
  • Het invullen van de rekentool. De adviseur weet onder meer welke voeders er wel en niet onder de maatregel vallen en welke zaken omgerekend moeten worden voor het juist invullen van de rekentool.
  • Het melden van de aangepaste bovengrens (is het melden van de uitzondering) bij RVO tussen 1 en 7 september.

Hoewel het pas eind augustus duidelijk wordt hoe de regeling eruit gaat zien, is het van belang om nu al de voorbereidingen te treffen. Denk daarbij aan bestellingen van krachtvoer en dat de melding voor uitzondering tussen 1 en uiterlijk 7 september moet worden gedaan bij RVO.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie