Nieuwsarchief
Kabinet wil 1.5 miljard euro extra voor Lbv, nu Brussel nog
Het demissionaire kabinet wil bijna 1,5 miljard euro extra reserveren voor de stoppersregelingen Lbv en Lbv-plus. Daarmee wordt het budget verdubbeld. Doel is dat alle ondernemers die willen stoppen, subsidie kunnen krijgen als ze aan de voorwaarden voldoen. De goedkeuring van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en de Europese Commissie is nog wel noodzakelijk. Hoewel hier naar verwachting groen licht voor komt, zal het nog minimaal tot maart 2024 duren voordat daar meer duidelijkheid over is, voorspelt adviseur Marco Hol van DLV Advies.
Tot en met 20 december hebben 1.240 agrarische ondernemers deze subsidies aangevraagd. Hiervoor was al bijna 1,5 miljard euro gereserveerd; 500 miljoen euro voor de Lbv-regeling en 975 miljoen voor de Lbv-plus regeling. Het ziet ernaar uit dat deze regelingen ruim overtekend zijn. Vandaar dat het kabinet bereid is om het budget te verdubbelen.
Varkenshouder neemt vaakst deel aan Lbv
Verreweg de grootste groep aanvragers zijn varkenshouders, met 530 aanvragen. Daarvan hebben er 240 een aanvraag ingediend voor de Lbv-regeling. De aanvraagperiode hiervoor is per 1 december gesloten. Binnen de Lbv-regeling is 115 miljoen euro gereserveerd voor de varkenshouderij. “Als je rekent dat het stoppen van een gemiddeld varkensbedrijf 2 miljoen euro kost, dan is er maar ruimte voor 60 stoppers binnen deze regeling”, rekent Marco Hol. De Lbv-plus regeling is bestemd voor de opkoop van piekbelasters. Daarin ligt de vergoeding voor de stallen 20 procent hoger en geldt er een vaste som van € 45 per vierkante meter sloopvergoeding. Hier hebben zich 153 varkenshouders voor aangemeld, en 137 voor ofwel de Lbv of de Lbv-plus regeling.
Bij twijfel wel inschrijven
De Lbv-plus regeling staat nog open tot 5 april. Marco kreeg de afgelopen tijd regelmatig van varkenshouders te horen dat ze maar geen aanvraag gingen indienen, omdat de regeling toch al overtekend was. Toch adviseert hij degenen die overwegen te stoppen om toch in te schrijven. “Als er extra budget bij komt, is de kans groot dat iedereen die voldoet aan de voorwaarden, kan meedoen”, zegt hij. “Bovendien willen ze de schotten tussen de sectoren weghalen, omdat er bijvoorbeeld veel minder aanvragen zijn vanuit de melkveehouderij dan dat er budget is.” Onbenutte subsidie voor de melkveehouderij kan dan worden overgeheveld naar de varkenshouderij.
De keuze is aan de ondernemer
Ook zal niet iedereen die een beschikking ontvangt, uiteindelijk daadwerkelijk besluiten om te stoppen. Bij de vorige saneringsregeling voor de varkenshouderij deed tweederde van de bedrijven, die een beschikking hadden gekregen, mee. Marco schat in dat bij de huidige regelingen circa 80 procent van de aanvragers ‘ja’ zal zeggen tegen de regeling. “Ook omdat de regelingen die hierna komen, alleen maar minder aantrekkelijk zullen worden.”
Ondernemers die een aanvraag hebben ingediend voor de Lbv-regeling, horen uiterlijk in juni volgend jaar of ze hiervoor in aanmerking komen. De Lbv-plus regeling sluit per 5 april. Hier krijgen aanvragers binnen 16 weken na de aanvraag een beschikking of afwijzing. Vervolgens is er 6 maanden tijd om te beslissen of je wel of niet deelneemt. “Met het inschrijven op zo’n regeling koop je een minimaal half jaar bedenktijd”, zegt Marco. “Sommigen gaan toch door met het bedrijf, omdat er zich toch een opvolger aandient. Of er komt een koper voorbij met een aantrekkelijk bod, dat gebeurt ook.”
Voorbereiding essentieel
En als je definitief wilt stoppen, moet je die tijd gebruiken om je alvast te oriënteren op wat je daarna wilt doen, adviseert Marco. “Er zal een bestemmingswijziging op je bedrijf moeten komen, want je mag bedrijfsmatig geen vee meer houden. Je kunt dus bijvoorbeeld ook niet van varkens over naar zoogkoeien.” Hobbymatig vee is wel toegestaan. “En wat we tegenwoordig veel zien, is stationaire opslag. Je mag als stopper een loods terug bouwen. Daar kun je zelfs de gordingen en de spanten van de oude stallen voor hergebruiken. Dan verhuur je bijvoorbeeld opslagboxen, waar je verder weinig werk mee hebt.”