Keren voor hogere maïsopbrengst

Publicatiedatum: 26-01-2016

Noord-Limburgse boeren en loonwerkers ervaren via een waardenetwerk van de provincie Limburg welke grondbewerking het beste past bij rijenbemesting met drijfmest op zandgrond. Het effect van de grondbewerkingsmethoden ploegen, spitten en striptill als niet kerend (nkg) op de maïsopbrengst zijn met elkaar vergeleken. Bij alle bewerkingen is de grond tot 35cm losgetrokken om verdichting op te heffen. Tevens is gekeken naar het effect van rijenbemesting met drijfmest. 

Snel verschillen in maïsgroei

DLV-adviseur Harm Wientjes vertelt over de resultaten: “Voor het zuidelijk gebied was het land kenmerkend qua bemestingstoestand, maar beter voor wat betreft vruchtbaarheid. Binnen enkele weken na het zaaien waren de eerste verschillen in maïsgroei al goed te zien. De maïs ontwikkelde zich op de geploegde en gespitte grond sneller. Wientjes: “We zagen dat de kleine maïsplant bij een losse bouwvoor sneller wortelt en daardoor eerder een groter volume aan grond heeft doorwortelt, dit levert uiteraard ook een betere vocht en mineralenbeschikbaarheid op. Deze betere beginontwikkeling was zelfs nog beter bij de stukken waar ook de drijfmest in de rij is gebracht. De onkruiddruk was (bij gelijke bespuitingen) minder bij de gekeerde veldjes dan op de striptill-, en de nkg-perceeldelen. Die kampten met een lichte druk van onkruid en een groenbemester die zich opnieuw ontwikkelde.” Op goede zandgrond bleek er geen opbrengstvoordeel te zijn voor de stripptilltechniek waarbij de drijfmest in de rij wordt gebracht. De besparing van € 150 aan goedkopere grondbewerking weegt nauwelijks op tegen de lagere opbrengst van circa 1400 kg ds per hectare.

Geen hogere opbrengst bij drijfmestrijenbemesting

Ook is de inzet van drijfmest vergeleken: met de inzet van gps in de rij geplaatst en volvelds verspreid. De ervaring is dat rijenbemesting, ondanks de betere beginontwikkeling,  niet tot hogere opbrengsten leidt dan volvelds verspreiden. Wientjes: “We zien dat de plant bij rijenbemesting de wortels geconcentreerder rond de mest heeft, bij droogte zoals afgelopen jaar lijkt dat eerder een nadeel dan een voordeel te zijn. Ondanks dat er wel beregend is. Deze grond is wellicht nog te goed om het voordeel van drijfmestrijenbemesting te benutten.” Het voordeel van kunstmest in de rij blijft volgens Wientjes wel aanwezig, omdat dat juist bedoeld is voor een snelle start van de maïs. 

Hoogste opbrengst bij kerende grondbewerking op zand

De opbrengsten waren het hoogst bij de kerende grondbewerking. De verschillen tussen kerend  en niet-kerend zijn 11%.  Er werd met 35 m3 rundveedrijfmest bemest zonder de toevoeging van kunstmest om de effecten van de drijfmestbemesting duidelijk te maken. De bewerkingen zijn twee keer herhaald. Daarmee bootst het de praktijksituatie goed na.

Kerende grondbewerking blijft dus toegevoegde waarde houden voor de korte termijnopbrengst. Voor de provincie Limburg is het van belang dat de nitraatuitspoeling wordt beperkt met behoud van opbrengst voor de ondernemers. Op deze goede draagkrachtige en vruchtbare zandgrond blijkt wel dat een goede grondbewerking én bij droogte direct beregenen de meeste opbrengst geeft en indirect de laagste uitspoeling. De opname van stikstof is met gemiddeld 156 kg toevallig exact gelijk aan de stikstof die met 35 ton met 4,46 gram stikstof per ton is gebracht.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie