Nieuwsarchief
Komend voorjaar bepalend voor mestafvoerprijzen
"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders worden geconfronteerd met een opeenstapeling van factoren die blijven zorgen voor hoge mestafzetprijzen.
Het bemestingsseizoen is ten einde, wat betekent dat boeren moeten omgaan met de hoeveelheid mest die nog in de opslag zit. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot drijfmest in de melkveehouderij? Paul merkt op dat er, na een nat voorjaar, tot en met 15 september, nog flink wat mest op het land is uitgereden.
Prijs blijft hoog bij vergelijkbaar voorjaar
Door de aangescherpte plaatsingsruimte, grotendeels veroorzaakt door de afbouw van derogatie, zullen veel melkveehouders te maken krijgen met een hogere eindvoorraad in de mestput dan gebruikelijk. "Je mag mestvoorraad opbouwen in de mestput, als je daar ruimte voor hebt, maar het probleem wordt alleen maar groter. Als je het een jaar doorschuift, wordt het een serieuze domper voor de bedrijfsvoering", aldus Paul. Hij ziet de prijzen voor mestafvoer op korte termijn niet dalen. Normaal stijgt de prijs voor mestafvoer buiten het uitrijseizoen, omdat het niet kan worden uitgereden. Wanneer het uitrijseizoen in het voorjaar weer begint, kan de prijs iets zakken. "Afgelopen jaar bleef de prijs na de start van het uitrijseizoen hoog, omdat men het land niet op kon. Als we een vergelijkbaar voorjaar krijgen, zal de prijs hoog blijven. Komend voorjaar zal dus heel bepalend zijn voor de mestafvoerprijzen."
Akkerbouwers spelen in op de markt
Voor sommige melkveehouders is mest afvoeren nieuw, waardoor het benodigde logistieke netwerk ontbreekt. Melkveehouders die nabij akkerbouwers zitten, zullen waarschijnlijk minder moeite hebben met mestafvoer. "We zien dat akkerbouwers inspelen op de nijpende mestmarkt door meer dierlijke mest aan te voeren", legt Paul uit. "Een akkerbouwer kan € 15 per kuub krijgen voor mest. Hij heeft natuurlijk ook kosten voor het uitrijden, maar reken maar even met € 10 per kuub die ze overhouden. Gemiddeld genomen kan een akkerbouwer 42 kuub drijfmest plaatsen per hectare, wat een saldo van € 420 per hectare oplevert. Dit is waarschijnlijk al een hoger saldo dan wat er dit jaar aan graan overgehouden wordt."
Meer volume afvoeren
Melkveehouders moeten er ook rekening mee houden dat ze wellicht meer kuubs moeten afvoeren dan verwacht. "Bij het afvoeren van mest worden mestmonsters genomen en gehaltes bepaald. Vaak zien we dat de stikstofgehaltes in de mest lager zijn dan de forfaitaire normen. Voor stikstof is de forfaitaire norm 4 kilogram per kuub, maar in de praktijk zien we 3,3 tot 3,6 kilogram per kuub. Dit betekent dat melkveehouders meer volume moeten afvoeren om aan de juiste hoeveelheid afgevoerde stikstof te komen." Een van de oorzaken van lagere gehaltes in de mest is het scherper voeren op eiwit bij het melkvee.
Mestvoorraad moet kloppen
Voor boeren die nog geen actie hebben ondernomen om mest af te voeren, raadt de adviseur aan om dit zo snel mogelijk te doen. "Het gaat geld kosten om mest af te voeren, maar daarmee voorkom je latere problemen. Op 1 januari 2025 moet je de mestvoorraad kloppend hebben op papier. Je kunt dus niet wachten tot komend voorjaar om het te regelen." Vooral boeren met een grotere eindvoorraad dan de putruimte moeten zorgen dat ze hun zaken op orde krijgen. "Die boeren moeten zorgen dat ze elders opslagruimte vinden of alsnog mest afvoeren."
Boetes zijn fors
Bij DLV Advies zien ze steeds meer probleemgevallen waarbij niet voldoende mest is afgevoerd. "Mest afvoeren moet gebeuren, want boetes voor het overschrijden van de gebruiksnormen zijn fors. Zo raken die boeren eerst de derogatie kwijt en moeten ze per kilogram overschrijding betalen. Dit bedraagt € 7 per kilo stikstof en € 11 per kilo fosfaat."
Stikstofcorrectiefactor
Paul twijfelt of de maatregelen van minister Wiersma snel voor verlichting van de mestmarkt zullen zorgen. "Afroming bij overdracht zie ik niet snel effect hebben. Er wordt op dit moment toch niet veel overgedragen. Ik heb nog de meeste hoop op de verhoging van gasvormige verliezen. Die verliezen gaan een aantal procenten omhoog en dat tikt wel aan." Vanaf 1 januari 2025 wordt de stikstofcorrectiefactor voor gasvormige verliezen verhoogd van 10,1%naar 14%. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat 14% als stikstofcorrectiefactor beter aansluit op de werkelijke situatie op het boerenerf. Met deze aanpassing kunnen melkveehouders binnen de norm van 170 kilogram stikstof meer kuub mest kwijt op het land. Ook Paul denkt dat dit beter past bij de boerenpraktijk.
Nog geen verlichting op de mestmarkt
Op korte termijn ziet de specialist nog geen verlichting op de mestmarkt door stoppersregelingen. "Wanneer er vee weggaat, wordt er minder mest geproduceerd en neemt de druk op de mestmarkt af. Maar volgens mij zijn er tot nu toe nog niet veel boeren die daadwerkelijk vee hebben verkocht. Vervolgens moeten zij hun opgebouwde voorraden nog wegwerken. De mestmarkt zelf zal voor de grootste sanering zorgen. Er zijn maar weinig melkveehouders die afvoerprijzen van € 30 tot € 40 per kuub financieel lang kunnen volhouden." Paul merkt dat klanten soms ten einde raad bij adviseurs aankomen. "Helaas hebben wij als adviseurs ook niet het ei van Columbus om uit deze mestcrisis te komen. De situatie is nu al nijpend en die zien we nog niet snel verbeteren; het lijkt alleen maar erger te worden."
Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van melkvee.nl