Liquiditeitspositie varkenshouderij

Publicatiedatum: 29-09-2021

De afgelopen twee jaar waren goede jaren voor de Nederlandse varkenshouderij; jaren waarin de meesten een financiële buffer konden opbouwen. Hoe anders is het nu, in een markt met stijgende kosten en de dalende marktprijzen. Financieel adviseurs van DLV Advies benadrukken dat het in de huidige situatie vooral van belang is om de liquiditeit van het bedrijf te blijven bewaken.

Rafke Cleutjens, adviseur Financieel Management: “De onrust op de markt heeft direct zijn weerslag op de liquiditeitspositie van varkenshouders. Het is belangrijk om de kasstromen goed in de gaten te houden en te kijken hoe je binnen de huidige markt je doelen kunt halen”.                                                                                                                           

Efficiënt zeugenmanagement

Het rendement van een zeugenbedrijf wordt in hoge mate bepaald door de technische resultaten. “De prestatie van de varkens mag niet achteruit gaan. Alle kengetallen zijn van belang, niet alleen de financiële”, geeft Rafke aan. “Zeker in deze tijd moet de zeugenhouder de resultaten van de varkens goed in het oog houden. Negatieve ontwikkelingen met betrekking tot de productieresultaten kunnen ervoor zorgen dat er (eerder) een beroep moet worden gedaan op de financiële reserves. Voerwinst is een belangrijke maatstaf, maar je kunt op verschillende factoren sturen.”

Liquiditeitsprognose

Wat als het toch mis lijkt te gaan? "Roep er tijdig een adviseur bij", antwoordt Leo Rouhof, de collega van Rafke. “DLV Advies houdt rekening met een minimale bufferruimte van 30 euro per vleesvarken en 300 euro per zeug. Verwacht je deze reserve/ruimte niet te hebben, dan is het maken van een liquiditeitsprognose voor de korte termijn noodzakelijk. Als daaruit blijkt dat het allemaal krap aan wordt, hebben we het over andere financieringsmogelijkheden. Is er binnen het bedrijf geen ruimte meer dan gaan we samen het gesprek met de bank voorbereiden.”

De liquiditeitsprognose voor een periode van drie jaar voor het eigen bedrijf wordt steeds meer van belang voor de banken. Ze kijken niet meer of de rente en aflossing de komende 10 jaar betaald kan worden aan de hand van de te verwachten opbrengsten, maar kijken of de komende 3 jaar aan de betalingsverplichtingen kan worden voldaan. De bank denkt dus mee over een kortere termijn en daarop wordt vervolgens de financiering gebaseerd. Daarbij wordt steeds meer meegenomen of de aangevraagde financiering, en met name de daarbij overeen te komen aflossingstermijn, past bij de bedrijfsvisie voor de toekomst.

TVL tot 26 oktober

Ondernemers kunnen een aanvraag doen voor financiële steun bij een minimaal omzetverlies van 30% in het derde kwartaal van 2021 ten opzichte van het derde kwartaal in 2019 of 2020. Welke van deze twee jaren een ondernemer kiest om mee te vergelijken mag hij zelf besluiten. Deze regeling kan interessant zijn voor zeugen- en vleesvarkenshouders die rond de 30% omzetverlies hebben ten opzichte van de referentieperiode. Lees meer over steun uit TVL.

Meer informatie

Neem voor meer informatie contact op met één van onze adviseurs Financieel Management. Zij denken graag met u mee.

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu