Nieuwsarchief
Monovergister werkt goed na moeizame start
Naast zijn werk als adviseur Financieel Management bij DLV Advies, runt Niek Groot Wassink samen met zijn broer Bram een melkveebedrijf in Rekken. In november 2021 namen de broers een monomestvergister in gebruik. Na een periode van ups en downs draait de vergister nu vrijwel probleemloos.
Terwijl Bram en Niek naar de vergister lopen, laten ze gelijk de koeien in de wei. Een koe schijt er direct achter op het erf. "Die mest komt dus niet in de vergister", constateert Niek droogjes. "Om alle mest te kunnen vergisten zouden we de koeien moeten opstallen. Maar daar prakkiseren we allen niet over. Koeien horen in de wei. Dat is goed voor ze, maar ook voor het imago en uitraling van de melkveehouderij in de omgeving."
Energieneutraal
Het belangrijkste motief om te investeren in een monomestvergister is de 'Licence to produce'. Bram verklaart dat het niet haalbaar is om groene energie op te wekken uit wind of zon op die locatie. Vanwege het feit dat het bedrijf zich bevindt in een laagvlieggebied, zijn hoge windmolens geen optie. Daarnaast is het elektriciteitsnetwerk onvoldoende krachtig voor zonnepanelen, en er zijn geen plannen om het netwerk de komende vijf jaar te versterken. Niek had, als adviseur bij DLV Advies, al enige kennis van monomestvergisten. Hij legt uit dat de vergister ervoor zorgt dat het bedrijf energieneutraal wordt en tevens de uitstoot van methaan en CO² vermindert. "Hopelijk kunnen we in de toekomst ook een stripper implementeren, die dierlijke mest omzet in een kunstmestvervanger."
Start bouw
Voorafgaand aan de bouw van de monomestvergister zijn eerst de nodige bouw- en milieuvergunning aangevraagd. Omdat de twee motoren een heel klein beetje CO² uitstoten, moet je daarvoor een 'positieve weigering' hebben. De uitstoot is dan aanvullend op de natuurbescherminsvergunning. In augustus startte de bouw en in november 2021 werd de vergister geleverd.
Terugverdientijd
Na wat opstartproblemen draait de monomestvergister nu probleemloos. Wel is de terugverdientijd nu op acht à negen jaar geschat. Voor de broers is het verdienmodel niet het belangrijkste. "We willen hier blijven boeren en over tien jaar nog steeds bestaansrecht hebben, omdat we energieneutraal produceren. Mogelijk kunnen we de restwarmte uit de motoren beter benutten. En mogelijk de stikstof uit de mest via een stripper als kunstmest inzetten. Dat zou het plaatje compleet maken."
Dit artikel is in verkorte en aangepaste versie overgenomen. Het volledige verhaal kunt u lezen op boerderij.nl.