Na hoge piek nu in een diep dal

Publicatiedatum: 06-12-2021

Wat een heftige tijd maakt de varkenshouderij door. Natuurlijk weten we dat de markt pieken en dalen kent. Velen wilden niet geloven dat we in zo'n diep dal zouden komen. "Eigenlijk weet je het, als je naar de grafiek van de voerwinsten of opbrengstprijzen in het verleden kijkt. De uitwassen lopen steeds verder naar boven, maar helaas ook naar beneden", aldus Paul Bens in zijn blog in varkens.nl. 

Een veelgestelde vraag is hoe lang dit dal gaat duren. Niemand weet het, laten we daar duidelijk over zijn. Lering trekken uit het verleden kan wel helpen om een verwachting te scheppen over de toekomst. De laatste tien jaar hebben we drie periodes van dalen gekend voor het dal van 2021.

Onder langjarig gemiddelde

Met een gemiddelde prijs van 367 euro per zeug op jaarbasis lag in 2010/2011 de voerwinst achttien maanden onder het langjarig gemiddelde. Over deze periode resulteerde dat in een netto tekort van 350 euro per zeug. (Paul verduidelijkt dit: "Ik reken vanuit een voerwinst van 367 euro op jaarbasis gedurende 18 maanden, zoals die over die periode gemiddeld was. De langjarige voerwinst is 600 euro. In 18 maanden is dat 1,5 keer 233 waardoor je op een tekort van 350 euro in dit hele dal komt.") In 2014/2015 zaten we twintig maanden met een voerwinst onder de 600 euro per zeug. Het gemiddelde lag toen op 404 euro per zeug op jaarbasis. Ten opzichte van het langjarige gemiddelde van 600 euro was dit over een periode van twintig maanden een absoluut tekort aan voerwinst van 326 euro per zeug.

Kleinste dal in 2018

In 2018 zaten we acht maanden onder het langjarige gemiddelde van 310 euro op jaarbasis, een absoluut tekort van 183 euro per zeug. Het dal van 2018 was daarmee het kleinste van deze drie. De dalen daarvoor gaven een groter tekort, met name door een langere periode van achttien tot twintig maanden onder langjarige resultaten.

Resultaten uit het verleden zijn zeker geen garantie (meer) voor de toekomst. Waar in het verleden dalen normaliter ongeveer achttien maanden duurden, biedt dat in de huidige markt geen zekerheid meer. Destijds was het een zelfvoorzieningsgraad in de EU van net boven de 100 procent. Een stijging naar 105 procent à 106 procent leidde al tot een dal. Na een reactietijd van anderhalf jaar was het evenwicht hersteld en braken betere tijden aan. Nu is de markt mondialer met allerlei beperkingen die dat met zich mee kan brengen.

Marktomstandigheden

Daarbij zijn marktomstandigheden als gevolg van ziektes zeer bepalend voor schommelingen. Zowel dierziektes als de corona-invloeden spelen hierin een rol. Ook is het evenwicht in de EU op een heel ander niveau van zelfvoorzienend gekomen, tot wel 120 procent. Als belangrijke factor speelt mee dat bedrijven professioneler, groter en moderner zijn geworden. Snel staken van de productie gaat minder gemakkelijk.

In 2021 kwam de voerwinst per juni onder het langjarig gemiddelde. Lag die tot en met juni over de eerste zes maanden nog op 730 euro per zeug, over de tweede helft zal die slechts op 37 euro per zeug komen. Ja, een ongekend laag niveau met zelfs maanden erbij waar enkel de voerkosten van 26 tot 27 euro per big lang niet meer goedgemaakt werden door de biggenprijzen van 23 of 24 euro! Het gevolg: negatieve voerwinsten in de voorbije maanden van wel 150 euro per zeug op jaarbasis. Deze periode van zes maanden leidt dan al tot een absoluut tekort van 280 euro per zeug ten opzichte van langjarige voerwinsten. Een gezonde buffer die werd geadviseerd aan het begin van het prijsdal van 250 tot 300 euro per zeug is daarmee op 31 december nagenoeg benut. Dit betekent dat als het dal langer duurt ook de bedrijven die over een dergelijke buffer beschikten dan tegen het maximale van de rekening-courant aan lopen.

Stijging in 2022

Of ook deze keer het dal achter de rug is als er per zeug een tekort is geweest van 325 tot 350 euro is moeilijk in te schatten. Feit is dat het in heel Europa, wellicht het minste in Spanje, enorm piept en kraakt. Maar als we voor minder dan 400 euro per zeug tekort weer uit het dal zijn, dan moet de prijs in april weer boven kostprijs komen/zijn en in de eerste drie maanden van 2022 al behoorlijk snel stijgen. Feit is dat het enorm snel kan gaan, en ik denk ook wel zal gaan als het omslaat. Ook dat laten de cijfers van de laatste jaren zien. Dit jaar steeg de biggenprijs binnen tien weken met 30 euro. Cijfers uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Nadenken over de situatie waarin we verkeren, is vereist om in een hectische tijd toch zoveel mogelijk weloverwogen beslissingen te nemen. Ik wens eenieder daarbij veel wijsheid en hoop net als iedereen op een zeer spoedig en krachtig herstel.

Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van varkens.nl

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu