Niets meer te salderen

Publicatiedatum: 13-12-2021

Het officiële beleid van de rijksoverheid is dat in 2030 ten minste 50 procent van de stikstofgevoelige hectares in de meer dan 160 Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarden moet zijn gebracht. Daartoe moet de binnenlandse stikstofemissie in 2030 met 50 procent reduceren ten opzichte van 2019.

"De kritische depositiewaarde is de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van de natuur significant wordt aangetast door de stikstofdepositie. Deze waarde varieert, afhankelijk van het natuurgebied, van 400 tot meer dan 2000", stelt Gé Backus, directeur van Connecting Agri&Food, dochter onderneming van DLV Advies

Onderliggende onderbouwing

De rijksoverheid maakte dus de afweging dat over tien jaar de helft van de gebieden onder de kritische depositiewaarden voor stikstof moet zijn gebracht. De onderliggende onderbouwing over hoe deze afweging tot stand is gekomen, heb ik nog niet kunnen vinden. Terwijl het juist bij dit onderwerp van belang is om expliciet en transparant de verschillende belangen af te wegen. Dan moet je volgens mij per gebied werken met optimale depositiewaarden. Optimaal staat hier voor het transparant afwegen van de belangen van onder meer natuur, wonen, industrie en landbouw. Ik realiseer me daarbij dat het voor vergunningverlening mogelijk moeten blijven om te werken met kritische depositiewaarden. Maar door te werken met optimale depositiewaarden kun je de gebiedsgerichte aanpak verbinden met het landelijke generieke beleid, en je voorkomt dat gebieden geconfronteerd blijven met doelen die ze nooit en te nimmer kunnen realiseren. Zo is in de Deurnsche Peel de stikstofdepositie afkomstig uit het buitenland alleen al hoger dan de kritische depositiewaarde voor dat gebied. Willen we de gebiedsgerichte aanpak een kans geven, dan zullen we met haalbare doelstellingen voor de afzonderlijke natuurgebieden moeten gaan werken. Anders is het onmogelijk een dialoog tussen betrokken partijen te voeren. Want in zo een dialoog moet het ook gaan over de hamvraag waar de stikstofwinst door emissiereductie naartoe zou moeten gaan.

Saldering enige manier 

Zo lang de kritische depositie nog wordt overschreden, is saldering immers de enige manier om economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Met het afnemen van de stikstofdepositie neemt de salderingsruimte echter navenant af. De vraag is niet alleen waar de stikstofwinst naar toe moet gaan, maar ook wat we gaan doen als er over enkele jaren niets meer te salderen valt.

De blog van Gé Backus, directeur van Connecting Agri&Food, is eerder verschenen in Food & Agribusiness

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie