Nieuwsarchief
Omzet uit hergebruik
Varkenshouder Bert Rijnen uit Oirschot vindt zuinig omgaan met grondstoffen vanzelfsprekend. “Kijken wat je nog kunt gebruiken of hergebruiken, vind ik de basis. Door verschillende verwerkingsinstallaties achter elkaar te plaatsen, zetten we de kosten voor afvoer van mest via ‘hergebruik’ om in opbrengsten. Onder andere door hergebruik van grondstoffen halen we een lage CO2footprint. In vergelijking met een traditionele varkenshouderij besparen we circa 18.000 ton CO2.”
Rijnen is vernieuwend en innoverend met zijn hergebruik van grondstoffen. “Door een efficiënte voederconversie halen we 35% van het varkensvoer rechtstreeks van het land. De overige 65% zijn restproducten die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie. Met de biovergister zetten we dierlijke mest en reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie om in biogas. Het gaat dan om voedingsmiddelen die ongeschikt zijn voor consumptie door mens én dier, zoals schoonsel, pitjes en kaf. Met een warmtekrachtkoppeling zetten we het biogas vervolgens om in elektriciteit en warmte voor de mestdroger. Van het digestaat dat overblijft, wordt de dikke fractie extern verwerkt tot mestkorrels. De dunne fractie wordt deels schoon water, dat geloosd mag worden, en deels mineralenconcentraat. Het concentraat kunnen we weer als kunstmestvervanger op het land gebruiken voor de gewassen.”
Sluiten van kringlopen
Rijnen heeft verschillende verwerkingsinstallaties achter elkaar gezet: een biogasinstallatie, een navergister, een flotatiebak, een indamper, een zeefbandenpers en een drooghal.
Rijnen slaagt erin om:
1. de dikke fractie te drogen en vervolgens te korrelen;
2. kaliconcentraat te maken dat gebruikt wordt als meststof voor bieten en aardappelen;
3. stikstofconcentraat te maken dat kan worden ingezet bij precisiebemesting;
4. N, P en K terug te halen, waardoor loosbaar water als restproduct achterblijft.
De mineralen komen terug in de kringloop doordat ze worden ingezet voor de bemesting van gewassen, die vervolgens weer worden gebruikt als voedsel of veevoer.
Zie ook de video.
Biovergister
Achter de varkenshouderij staat sinds 2008 een biovergistinginstallatie van dochterbedrijf Eco-Energy Oirschot B.V. Daarin wordt de eigen mest samen met 50% restproducten, zijnde door externen aangeleverde voedingsproducten die niet meer geschikt zijn voor consumptie door mens of dier, omgezet in methaan. De methaan wordt via een warmtekrachtkoppeling omgezet in groene stroom voor circa 6.000 huishoudens en in warmte. Na 60 dagen in de vergister is al het methaan uit de mest en de co-producten en blijft het digestaat achter.
Indampen van mineralenconcentraat
Het digestaat wordt met een flotatiebak en zeefband gescheiden in een dikke en dunne fractie. De dikke fractie, met een droge stofgehalte van ca. 30%, wordt op een temperatuur van 70 °C op banden gedroogd. Om geur en ammoniale stikstof tot een minimum te beperken, is na de droger een drietraps luchtwasser geplaatst. Hiermee wordt zo’n 95% reductie gehaald. De gedroogde mest wordt verwerkt tot mestkorrels. De dunne fractie wordt gefilterd, bewerkt en verdampt tot schoon water. Vloeibaar mineralenconcentraat blijft over. Dit concentraat is nog te nat om in te zetten als volwaardige meststof. Met de nieuwe indampinstallatie kan Rijnen het mineralenconcentraat verder indikken. De dunne fractie wordt ingedampt met een innovatieve viertraps indampinstallatie die vacuüm trekt. De condens stijgt op, wordt afgevangen en als schoon water geloosd. Het overblijvende concentraat is geschikt als kunstmestvervanger.
Het ontwikkelen, testen en aanpassen van de indampinstallatie is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van de provincie Noord-Brabant en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
Meer informatie
Heeft u interesse in het plaatsen van een verwerkingsinstallatie? Kees van Ham, Adviseur Intensief bij DLV Advies, was betrokken bij de installaties die bij Varkensbedrijf Rijnen Oirschot geplaatst zijn. Voor meer informatie, neem contact op met Kees. Marco Hol, eveneens adviseur bij DLV Advies, begeleidde het subsidietraject.