Onderscheiden op voerwinst

Publicatiedatum: 30-09-2016

Financieel sterke bedrijven onderscheiden zich voornamelijk op het gebied van voerwinst. Dat zei directeur Paul Bens, tijdens het Boerderij-symposium ‘Ondernemen in de varkenshouderij’.

Bovengemiddeld resultaat noodzakelijk

Volgens Bens is een bovengemiddeld resultaat noodzakelijk om succesvol te zijn. “Dat begint met een bovengemiddelde voerwinst.” Daarnaast is uiteraard van belang welke kosten na voerwinst betaald moeten worden. Bens gebruikt hiervoor het getal kritieke voerwinst, wat alle uitgaven na voerwinst uitdrukt. 
Uit analyses van zeugenbedrijven van de afgelopen vijf jaren blijkt dat de gemiddelde kritieke voerwinst 630 euro was. De 20% slechtst draaiende bedrijven hadden een voerwinst van 660 euro nodig. Die 660 euro werd echter alleen gerealiseerd door de 20% beste bedrijven. Zij wisten dan ook gemiddeld een resultaat van +60 euro te halen, waar een gemiddeld bedrijf in die periode op -123 euro uitkwam. “Dit betekent dat 60 tot 70 % van de bedrijven inteert op het bedrijf en niet terug kan bouwen wat ze hebben”, aldus Bens.  
 

Per zeug/jaar Slechste 20% Gemiddeld Beste 20%

Kritieke voerwinst

660 630 600

Gerealiseerde voerwinst

355 507 660

Resultaat

  -123 +60

 

Per vleesvarken/jaar Slechtste 20% Gemiddeld Beste 20%

Kritieke voerwinst

89 86 83

Gerealiseerde voerwinst

53 76 99

Resultaat

  -10 +16

 

De beste 20%

“Alleen de 20% beste bedrijven realiseren een hogere voerwinst dan het kritische niveau. Alleen deze bedrijven zijn in staat om voldoende te reserveren voor continuïteit, groei en financiële tegenvallers”, zei hij. “Deze groep bedrijven realiseert een relatieve voerwinst van 130% en weten alle overige kosten beperkt te houden op een niveau ergens tussen de 80% en 90%.” Om een bedrijf financieel gezond te houden en te denken aan groei van de onderneming, is het noodzakelijk om bij de 20% beste bedrijven te horen. Volgens Bens is het alleen voor deze groep rendabel om uit te breiden. “Alleen deze groep bedrijven is in staat om extra inkomen te genereren door de uitbreiding. De rest van de bedrijven is meer gebaat bij het optimaliseren van de bedrijfsvoering”, zegt hij.

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Paul Bens via p.bens@dlvadvies.nl of 06 53 71 58 80

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu