Passend weeksysteem voor zeugenhouder

Publicatiedatum: 24-07-2019

Het traditionele wekelijkse systeem voor dekken, werpen, spenen is nog veruit het populairste onder zeugenhouders. Bij de meerwekensystemen staat het vierwekensysteem nipt bovenaan. Voor welk weeksysteem kan een zeugenbedrijf het beste kiezen? Een antwoord op deze vraag is niet eenvoudig te geven. Voor elk bedrijf kan dat anders zijn. Het is afhankelijk waar het zwaartepunt van het bedrijf ligt of wat het op te lossen probleem is op het betreffende zeugenbedrijf.

Volgens een Boerderij-enquête is het vier wekensysteem het meest gebruikte systeem als er voor een meerwekensysteem wordt gekozen. Het ‘traditionele’ weeksysteem is nog veruit het populairste met 56%, daarna volgt onder de ondervraagden het vier wekensysteem met 10 %, vervolgens het drieweken- en vijfwekensysteem met respectievelijk 8% en 7%.   

Jan Pijnenburg van DLV Advies geeft aan dat het vierweken systeem wellicht het meeste gekozen wordt vanwege beperkte ruimte in het kraamhok. Terwijl maar het drieweken- en vijfwekensysteem weer vaker worden gekozen vanwege gezondheid. Bij alle meerwekensystemen stijgt de efficiëntie qua arbeid. Vooral op kleinere bedrijven kunnen deze meerwekensystemen het meeste arbeidsefficiëntie opleveren. “Bij een bedrijf met 250 zeugen kan met een 3 - wekensysteem een arbeidsefficiëntie opleveren. “Bij een bedrijf met 250 zeugen kan een driewekensysteem een arbeidsefficiëntie van 18% opleveren. Hoe groter het bedrijf, hoe minder voordeel dit oplevert. Een bedrijf met 1.000 zeugen dat omschakelt naar een driewekensysteem heeft nog maar een paar procent voordeel op het gebied van arbeidsefficiëntie”, aldus Pijnenburg. Zeugenbedrijven maken de keuze voor een weeksysteem op basis van een aantal factoren. Arbeidsefficiëntie staat met ruim 63 % met stip boven aan het lijstje, daarna volgt huisvestingsruimte (42,5%) , inzet van personeel (30%) en diergezondheid (25%). Daarnaast geven een aantal zeugenhouders aan dat de afzet van biggen mee speelt in de keuze. 

Bedrijfsgrootte en weeksysteem

Op grotere bedrijven wordt er vaker voor een ‘traditioneel’ weeksysteem of een alternatief meerwekensysteem gekozen. Bedrijven met minder dan 300 zeugen kiezen voornamelijk voor een vierweken- of vijfwekensysteem. Bedrijven met 300 tot 1.000 zeugen kiezen vooral voor een vierwekensysteem, waarbij opvalt dat in de categorie tussen de 600 en 800 zeugen 80% voor een traditioneel weeksysteem kiest. Voor deze bedrijven is er, als er geen schaalvergroting mogelijk is, nog een efficiëntieslag te maken door een meerwekensysteem te kiezen. 

Omschakelen dient planning

Het omschakelen naar een meerwekensysteem heeft tijd en organisatie nodig. Het is voor de zeugenhouder van belang om dit goed af te stemmen samen met de dierenarts, fokkerijorganisatie en adviseur. Ga je met een vijfwekensysteem werken, dan mis je eerst 5 productieweken. Het is, zeker voor pure vermeerderaars, verstandig om deze periode goed te plannen en ervoor zorgt dat dit niet in de periode met hoge biggenprijzen valt. Vandaar dat een opstart in september of oktober waarin de biggenprijzen traditioneel een dip heeft handiger is.
Daarnaast is  er een planning nodig van de stalruimte. Indien er dezelfde hoeveelheid zeugen gehouden wordt, dan zijn er meer kraamstallen nodig en meer ruimte in de dekstal en biggenruimte. Voor het ene bedrijf kan dat een groter probleem zijn dan voor het andere. Het kan ook een keuze zijn om terug te gaan in het aantal zeugen. Voor een aantal bedrijven kan de keuze om met minder zeugen te gaan werken ook goed uitpakken door bijvoorbeeld zonder vast personeel te werken en op piekdagen arbeid in te huren. 

Financieel voordeel

Het is van belang om te weten of een meerwekensysteem bij het bedrijf past, terugschakelen naar een traditioneel weeksysteem kost ook weer 21 weken. DLV Advies heeft in het verleden uitgerekend dat omschakelen naar een bijvoorbeeld een vijfwekensysteem meerwekensysteem ongeveer €30,- per zeug kost. De kosten komen mede door aanpassing van huisvesting en verliesdagen van zeugen om in een nieuwe cyclus te komen. Deze extra kosten verdien je in maximaal twee jaar weer terug, door besparingen op arbeid en diergezondheid. Ook de energiekosten gaan op bedrijven met een meerwekensysteem met 20 tot 30% naar beneden. De besparingen voor gas zijn vooral te danken aan het feit dat men slechts telkens korte periodes de gespeende biggen en kraamstallen verwarmt. De lange centrale gangen zorgen ervoor dat er energieverlies ontstaat, zeker als er een afdeling aan het einde van de gang opgewarmd moet worden. De capaciteit van de aansluiting moet echter wel toereikend zijn en een piek in de energievraag aankunnen. Vooral op hete dagen als er zware dieren in de biggenafdeling liggen terwijl zeugen werpen in de kraamafdeling met biggenlampen.

Afzet kan struikelblok zijn

De afzet van biggen is misschien voor pure vermeerderaars wel het grootste struikelblok bij omschakeling naar een meerwekensysteem. Handelaren zullen niet snel een omschakeling stimuleren omdat ze dan minder flexibel met de biggen kunnen schuiven. Met goede afspraken moet het geen probleem opleveren. Ook de vleesvarkenshouder die een een-op-eenrelatie heeft met een zeugenhouder speelt hierin een rol als er niet meer wekelijks opgelegd kan worden. Het biedt voor vleesvarkenshouders die een all-in-all -out systeem willen hanteren echter ook kansen op het gebied van diergezondheid. 
Pijnenburg: "Voor kleinere bedrijven kan het juist positief werken. Op een biggenauto kunnen 2.000 biggen geladen worden. Hierdoor kan er efficiënter geladen worden. Naast efficiëntie geven zeugenhouders aan dat met een meerwekensysteem na een werpweek de volledige aandacht aan de biggen gegeven kan worden, wat een positief effect heeft op het leveren van vitalere biggen."

Dit artikel verscheen op 23 juli in de Boerderij. 
 

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie