In de agrosector zijn er momenteel volop ondernemers die een neventak overwegen. Anne begeleidt dan ook diverse agrariërs met verbredingsplannen. “Onze kracht als adviseur is dat we starten vanuit een wat bredere blik”, zegt hij. “Een goede vraag om mee te beginnen, is: waar wil je staan over vijf jaar? Dan kun je kijken of er neventakken zijn die passen bij je bedrijf en bij jezelf.”

De mogelijkheden zijn legio

Zo’n denkduwtje kan een ondernemer ertoe aanzetten om na te denken over een andere koers in zijn bedrijfsvoering. Want de mogelijkheden zijn legio; van het ontvangen van schoolklassen en excursies tot een zorgboerderij, kapsalon aan huis, vergaderlocatie of een kaasmakerij of een winkel met eigen producten en streekproducten. Veel ondernemers doen het niet alleen voor het geld, maar om de afstand boer-burger te verkleinen, ervaart Anne. Ook dat is zeer waardevol.

Eerlijk maar creatief omgaan met de regels

Vanuit het bestemmingsplan gelden er vaak wel regels met betrekking tot bijvoorbeeld de oppervlakte die de neventak mag hebben. Anne gaat daar in contact met de gemeente eerlijk, maar wel creatief mee om. “Stel, je start met een winkel. Reken je dan de voorraadruimte mee bij de winkel, of alleen het winkeloppervlak, omdat je de voorraad in de schuur zet? Het is vaak een kwestie van slim met de regels omgaan.”

Goed overleg maakt veel mogelijk

Ook hanteren gemeenten vaak regels omtrent producten die in de winkel verkocht mogen worden. Daarbij verschilt het vaak per gemeente wat mag en wat niet mag. “De ene gemeente heeft het heel specifiek omschreven, de andere laat veel ruimte over voor nevenactiviteiten. Het is een kwestie van uitzoeken en dan zorgen dat je de regels blijft volgen, maar zo ruim mogelijk interpreteert”, geeft Femke aan. “Ja, er is bureaucratische regelgeving die de ondernemers hun flexibiliteit ontneemt. Maar tegelijkertijd is onze ervaring dat er in goed overleg vaak veel mogelijk is.”

Eerst je droom bepalen, dan pas onderzoeken of het kan

Stel, je wilt een minicamping beginnen, maar daarover staat niets genoemd in het bestemmingsplan. “Dat wil niet zeggen dat het niet kan,” zegt Femke. “Wij gaan als DLV Advies regelmatig in overleg met gemeenten, ook met wethouders.” Vaak gaat het erom dat een nevenactiviteit de waarde van het omliggende onroerend goed niet mag aantasten. Tegenwoordig is het zo dat de woning van de buurman meer dan 10% in waarde moet dalen, voordat er sprake is van planschade. En dat is maar zelden het geval. Anne sluit af: “Kortom, denk eens na of verbreding iets voor jou is. Laat je leiden door de droom die je hebt, welke kant je op wil met het bedrijf. En laat je niet afschrikken door het bestemmingsplan.”

Meer informatie

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u de mogelijkheden voor een nevenactiviteit bespreken, neem dan vrijblijvend contact op met Anne van Rossum of Femke Klomp. Zij helpen graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.