Regeling voor stikstofstoppers op komst

Publicatiedatum: 10-06-2020

Minister Schouten heeft mede naar aanleiding van het eindrapport van het Adviescollege Stikstofproblematiek, onder leiding van Remkes, een stoppersregeling voor stikstofstoppers aangekondigd. Eind april kwam minister Schouten al met een eigen wetsvoorstel voor de aanpak van stikstof, maar Remkes vond die aanpak niet ambitieus genoeg. De maatregelen in het eindrapport staan in het teken van het realiseren van natuurdoelstellingen, die onder andere bereikt moeten gaan worden door het opkopen van ‘piekbelasters’, aanpassingen in mineralengebruik en de stoffenbalans in de landbouw.

De aangekondigde stoppersregeling wordt opgedeeld in twee delen. Volgend jaar komt er 750 miljoen euro beschikbaar voor boeren die in ruil voor een vergoeding willen stoppen met hun bedrijf. Alleen bedrijven met een relatief hoge depositielast op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en bedrijven waarbij technische aanpassingen naar een emissieloze bedrijfsvoering niet mogelijk zijn komen hiervoor in aanmerking. Erwin van Kessel, teammanager bij DLV Advies: “De verwachting van deze regeling is dat deze qua opzet vergelijkbaar zal zijn met de Srv-regeling in de varkenshouderij. In dat licht is de verwachting dat bedrijven met de hoogste depositie in aanmerking komen en dat de veehouder een vergoeding voor zijn stallen en rechten ontvangt. Maar ook wordt nog steeds gesproken over verplaatsen van bedrijven.”

Regionale emissieplafonds

Naast een opkoopregeling zullen er ook regionale emissieplafonds worden opgesteld om de emissie en depositie van stikstof in de Natura-2000 gebieden te verlagen. Erwin: “De verlaging van ammoniak moet gebiedsgericht worden aangepakt. Dat betekent dat per provincie regionale emissieplafonds zullen worden opgesteld, die ook gevolgen hebben voor veehouderijen. 

Natuurherstel

“Zoals in het rapport staat, draait natuurherstel om het verlagen van de emissie en depositie vannstikstof in de Natura-2000 gebieden”, aldus Erwin. “De verlaging van ammoniak moet gebiedsgericht worden aangepakt. Dat betekent dat per provincie regionale emissieplafonds zullen worden opgesteld, die ook gevolgen hebben voor veehouderijen. Vooral bedrijven dichtbij Natura-2000 gebieden zullen mogelijk moeten voldoen aan hogere emissiereductie voor emissies en stikstofdepositie”, legt Erwin uit. “Direct rond die gebieden komt een gebiedsgerichte en doelgerichte aanpak van stikstofreductie door sanering van agrarische bedrijven of aanpassen van bestaande oudere stalsystemen. In het rapport van Remkes wordt ook gesproken over mogelijke verplichte uitkoop van de zogenaamde piekbelasters. Minister Schouten heeft eerder aangegeven (vooralsnog) alleen uit te gaan van vrijwillige uitkoop en/of verplaatsing.

Mineralengebruik

In het rapport staan ook de eisen beschreven rondom het mineralengebruik in de landbouw. Erwin: “Deze draaien rondom minder aanvoer in grondstoffen, zowel voeding als bemesting. Precisiebemesting wordt uitgangspunt en helpt mede om het mineralenoverschot te verminderen. Er moet een transitie komen naar kringlooplandbouw, met sturing op de afname van broeikasgassen als koolstofdioxide en methaan en afname van fosfaat.” Het sturen op een mineralenoverschot moet mogelijk worden door de input en output op een bedrijf te kunnen meten, waarbij ook de stikstof en luchtkwaliteit rondom een veehouderijbedrijf duidelijk moeten zijn.

Mestbeleid

De richting die Remkes in wil gaan is naar een dierlijke mestketen zonder overschotten, met ook sturing door sancties op mestoverschotten. Kunstmestgebruik moet worden ingeperkt, de nadruk ligt op het gebruik van bewerkte mest van dierlijke oorsprong. “Het gebruik van bewerkte dierlijke mest moet uitgangspunt worden om zo emissiearm mogelijk te bemesten, dus met minder ammoniakemissie. Drijfmest aanwenden op grond wordt uit gefaseerd tot uiterlijk 2030 en in een latere fase (2040) wordt ook de opvang van drijfmest niet meer toegestaan”, legt Erwin uit.

Verder moet in de veehouderij ammoniakuitstoot worden voorkomen bij de productie en opslag van mest.

Maatwerk ruimtelijke ordening

Er komt herinrichting van landgebruik naar de kwaliteit van de landbouwgronden. De ruimtelijke indeling wordt zodanig aangepast dat gebieden worden onderverdeeld op basis van de kwaliteit. Natuur- en (duurzame) landbouwgebieden worden daarbij gescheiden, net als overgangsgebieden die ook voor andere economische activiteiten geschikt worden. In deze nieuwe indeling worden veehouderijen gericht in -of uitgeplaatst rond natuurgebieden.

In het rapport van Remkes staat ook een voorstel voor een nieuwe gebiedsindeling, als soort nieuwe reconstructie, maar gebieden ingedeeld op basis van ligging ten opzichte van de natuur. Over hoe dit zijn uitwerking gaat krijgen is nog onduidelijk in het rapport, maar de invulling vanuit de gebiedsaanpak komt bij de provincie te liggen.

Afrekenbare stoffenbalans

Veehouderijen moeten inzicht krijgen in de ammoniakemissie rondom het bedrijf. Het doel is om te komen tot cijfermatige onderbouwing en op basis van metingen in en om het bedrijf. Erwin: “Voor bedrijven dichter bij natuurgebieden en/of met een groter overschot komt mogelijk een grotere opgave voor reductie. Daarnaast wordt geadviseerd voor een meetnet voor de luchtkwaliteit, aanvullend op meetsystemen met sensoren in de stallen. Het gaat dan zelfs niet alleen om ammoniak, maar integraal ook om nitraat, fosfaat, fijnstof, geur en methaan. Per stof moet worden bepaald wat de concentraties mogen zijn rondom het bedrijf en hoe die gemeten gaan worden. Daar moeten doelstellingen voor komen, en daar wordt ook op gehandhaafd waarbij het kan leiden tot het wijzigen of intrekken van vergunningen als doelen niet behaald worden.”

Andere sectoren

De stikstofuitstoot moet in alle sectoren gehalveerd zijn in 2030, dus ook in de luchtvaart, mobiliteit, bouw en overige industrie. Per sector kunnen er aanvullende maatregelen komen, die ingaan per 1 januari 2022. In het algemeen stelt het kabinet voor dit generiek aan te pakken, tenzij er sprake is van piekbelasting, dan zullen er specifieke maatregelen gelden. Als er specifieke maatregelen (bijvoorbeeld bij piekbelasters) nodig zijn, komt ook de provincie aan zet, als onderdeel van de gebiedsgerichte aanpak.

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu