Regelmaat en reinheid houden koe gezond

Publicatiedatum: 27-11-2019

Het regelmatig wegbranden van uierhaar en de borstels aan de melkrobot iedere twee weken in chloorwater leggen om ze te reinigen. Deze praktische maatregelen past melkveehouder Jan van Barneveld uit IJsselstein weer consequent toe, dankzij zijn deelname aan het project ‘Voorkomen is beter dan genezen’. Zo wil hij de levensduur verhogen.

Initiatiefnemer DLV Advies lanceerde het project eind augustus in de provincies Utrecht en Limburg. In Drenthe en Friesland werden onlangs startbijeenkomsten gehouden om melkveehouders te informeren over het project.

DLV Advies wil melkveehouders bewust maken van het bedrijfseconomische belang van een goede hygiëne. De focus ligt op een duurzame melkveestapel en het beheer van de productierisico’s. Daarbij staat het verlagen van de infectiedruk door een hygiënische werkwijze centraal.

Voor melkveehouder Jan van Barneveld is de reden voor deelname heel simpel: "Het kan altijd beter." Bij Van Barneveld, die ruim honderd melkkoeien heeft, is onder andere mortellaro een probleem bij zijn dieren. Ook zou hij meer kennis willen vergaren over uiergezondheid en de valkuilen daarbij.

"Als het wat minder goed gaat in de stal, ben je weer alert op hygiëne. Als het goed loopt, verslonst het wat sneller. Voor mij is het belangrijk om tips te krijgen over hoe ik bepaalde handelingen en maatregelen wél consequent blijf doen. Focus houden dus."

Van Barneveld merkte tijdens de studiegroepen binnen het project dat dit herkenbaar is voor veel melkveehouders. "Vooral nu de marges krap zijn, vind ik het belangrijk om meer aandacht te hebben voor hygiëne. En om de koeien langer aan te houden in goede gezondheid en met een goede productie."

Bewustwording

Michiel Meindertsma, adviseur Rundvee bij DLV Advies, licht toe dat met name de kennisdeling door deelnemers de insteek is van het project. "Het gaat om bewustwording, maar ook om herkenning bij de ander. Deelnemers komen tot de ontdekking dat werken ‘zoals ze dat altijd doen’ niet altijd het meest ideaal of efficiënt is."

Ervaringen worden uitgewisseld, bijvoorbeeld met het hebben van een strohok, zegt Meindertsma. "En hoe ga je om met biestverstrekking, jongvee-opfok en klauwverzorging en hoe ga je te werk tijdens en na het afkalven?"

Tijdens de bijeenkomsten wordt onder andere stilgestaan bij de driehoek weerstand, infectiedruk en hygiëne. "Deze drie hebben met elkaar te maken en hebben invloed op elkaar. Het is vaak heel logisch, maar het gaat om bewustwording van werkwijzen en handelingen", zegt Meindertsma.

Met name het percentage gedwongen afvoer bepaalt volgens de adviseur de vervangingskosten. Minder jongvee compenseren door het vervangingspercentage te verlagen en de levensduur van het melkvee te verhogen, vraagt om maatregelen waarmee de gedwongen afvoer wordt gereduceerd, zegt hij.

"Hygiënisch werken verlaagt de infectiedruk. Je hebt minder antibiotica nodig en je hebt zelf minder stress en arbeidsdruk. En onderaan de streep heb je een hoger rendement."

Het is lastig om dat rendement in euro’s uit te drukken, omdat het bedrijfsspecifiek is. ‘Ter illustratie: uit publicaties van de Gezondheidsdienst voor Dieren blijkt dat uierontsteking tot economische schade tussen de 65 en 182 euro per aanwezige koe kan leiden.’

Minder mastitis betekent volgens Meindertsma simpelweg minder kosten, meer werkplezier, minder antibioticagebruik en betere melk. "Veel melkveehouders zijn hier al op de goede manier mee bezig, maar het gaat ons dus ook om de kennisdeling."

Er is volgens de adviseur geen goed of fout. "De een is enthousiast over diepstrooiselboxen, een ander vindt het niks. De een zweert bij een bepaalde boxbedekking, een ander heeft andere ervaringen. We hebben ook biologische melkveehouders die meedoen. Dat is interessant, want ook gangbare melkveehouders zien werkwijzes uit de biologische sector steeds meer als alternatief."

Meindertsma ziet dat melkveehouders er vaker voor kiezen om meer melkomzet te genereren binnen de fosfaatruimte, door minder jongvee te houden of door het jongvee uit te besteden. Minder jongvee op het bedrijf vraagt volgens hem om een andere aanpak.

"Oorzaken van en het voorkomen van gedwongen afvoer is daar een voorbeeld van. Minder jongvee wordt vaak gecompenseerd door het vervangingspercentage te verlagen en door de levensduur van het melkvee te verhogen. Het vervangingspercentage zat lang tussen de 30 en 40 procent, maar sinds de invoering van het fosfaatrechtenstelsel zitten veel melkveehouders op 25 procent", legt Meindertsma uit.

"Een groot deel van de gedwongen afvoerredenen komt voort uit infectieuze aandoeningen. Dus als de infectiedruk verlaagd wordt, ontstaan minder infecties en zullen er minder dieren afgevoerd worden."

Melkveehouder Van Barneveld vergelijkt het met mensen. "De levensduur van mensen is met grote sprongen vooruitgegaan nadat de riolering zijn intrede deed. Hygiëne speelt ook bij dieren een grote rol, als we voor een langere levensduur willen gaan."

Met bedrijfseigen cijfers aan de slag

Deelnemers aan het project ‘Voorkomen is beter dan genezen’, dat DLV Advies uitvoert in Utrecht, Limburg, Drenthe en Friesland, krijgen naast de kick-off-bijeenkomst zes studiegroepbijeenkomsten in anderhalf jaar tijd. Telkens op het bedrijf van een van de deelnemers. DLV Advies heeft contact met diverse kennispartners, waaronder de Gezondheidsdienst voor Dieren en leverancier van bedrijfsbenodigdheden MS Schippers. De situatie op de bedrijven komt in beeld door een nulmeting op basis van onder meer water- en melkmonsters en bedrijfsgegevens. De deelnemers gaan met de bedrijfseigen cijfers aan de slag. Onder deskundige begeleiding en met persoonlijke coaching worden de daadwerkelijke oorzaken van hygiëneproblemen blootgelegd en worden gepaste oplossingen bedacht. In studiegroepen wordt aanvullende informatie gegeven en wordt kennis gedeeld tussen de projectdeelnemers.

Dit interview met Michiel Meindertsma, adviseur Rundvee bij DLV Advies, is verschenen in Nieuwe Oogst.

Het project Voorkomen is beter dan genezen is mede mogelijk door steun van de provincies Limburg, Drenthe, Utrecht en Friesland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.

 

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie