Nieuwsarchief
Stand van zaken stoppersregelingen Lbv en Lbv+
Vrijdag 10 februari heeft minister Van der Wal meer bekend gemaakt over de aangekondigde stikstofstoppersregelingen. In dit artikel vindt u de belangrijkste wijzigingen en aanvullingen van de Lbv en Lbv+. Zo kunnen vleeskalverhouders nu ook meedoen aan de LBV+.
Er komen twee regelingen naast elkaar, de Lbv en de Lbv+. Deze plusregeling is toegankelijk voor melkvee-, pluimvee-, varkenshouders en, zo werd vrijdag bekend, ook vleeskalverhouders met een extra hoge depositie op Natura 2000-gebieden, de zogenoemde piekbelasters. Wie dat zijn, is nog niet bekend gemaakt. In april komt er een online tool beschikbaar, waarmee bedrijven kunnen nagaan of ze piekbelaster zijn. Welke drempelwaarde (X mol/jaar) gehanteerd wordt voor het stempel piekbelaster is nu nog niet bekend gemaakt. De verwachting is dat 2.000 – 3.000 bedrijven een depositie hoger dan de drempelwaarde hebben. Voor de reguliere Lbv is de drempelwaarde al wel bekend, dit is 50 mol/jaar.
Wilt u weten wat de depositie van uw bedrijf is op Natura 2000, laat het hier berekenen.
Ondernemers die níet willen stoppen, kunnen hier lezen over welke stappen zij kunnen nemen.
Regelingen voor stikstofstoppers
Voor ondernemers die overwegen te stoppen, zijn er een aantal regelingen. In aanvulling op de Lbv en Lbv+ werkt het kabinet aan een Maatregel Gerichte Aankoop-2 (MGA-2). Dit betreft een bijgestelde versie van de recent afgelopen Regeling provinciale aankoop veehouderijen (Rpav), ook wel piekbelastersregeling genoemd. Daarnaast wordt gewerkt aan een regeling voor steun bij bedrijfsverplaatsing.
Bekijk hier alle stikstofregelingen
Budget voor een kleine 1.000 bedrijven in de Lbv
De overheid wil € 1 miljard beschikbaar stellen voor opkoop van bedrijven in de Lbv+. De vergoeding per bedrijf is 120% van de vervangingswaarde van de stallen. Stel het kopen van een bedrijf kost gemiddeld € 1,65 miljoen, dan kan de overheid zo’n 600 bedrijven opkopen met deze regeling. Dit komt overeen met de 500 – 600 piekbelasters waar Remkes het in zijn rapport ‘wat wel kan’ over had.
Voor de reguliere Lbv-regeling is eerder een budget in de eerste trance genoemd van € 500 miljoen. Binnen deze regeling wordt met een vervangingswaarde van 100% van de stallen gerekend. Met een gemiddeld aankoopbedrag van € 1,5 miljoen is er binnen deze regeling plaats voor nog eens 350 bedrijven.
Extra voorwaarden bij andere activiteiten op de locatie
Wie deelneemt aan de Lbv/Lbv+ moet volledig stoppen met de diersoort waarmee aan de regeling wordt deelgenomen. Tevens is er een bepaling dat een herbestemming van de locatie moet plaatsvinden, waarbij geen vee meer mag worden gehouden. Wel mag een nieuwe activiteit worden gestart met maximaal 15% van de oorspronkelijke, toegestane stikstofemissie. Hieraan worden wel extra voorwaarden gesteld. Wanneer u verder wilt met akkerbouw moet u bijvoorbeeld aantonen dat de waterkwaliteit niet achteruit gaat.
Tijdslijn Lbv
De minister geeft in haar brieven aan dat er in april helderheid komt over de openstellingsperiode. Deze Lbv-regelingen zijn open tot en met december 2023. Overigens is de datum van aanmelding leidend. Ondernemers die toch van plan waren te stoppen, hoeven niet te wachten met het afvoeren van de dieren tot zij een beschikking hebben ontvangen. Een eis in de Lbv is dat bedrijven de laatste 3 jaren in productie moeten zijn geweest. Dit is een bepaling die geldt op de dag van aanmelding, niet tot aan beschikking.
Wilt u meer weten of op de hoogte gehouden worden van relevante ontwikkelingen rondom de Lbv-regeling? U kunt hier alle informatie lezen. Uiteraard kunt u ook contact opnemen met een van onze adviseurs.
Meld u aan voor de Lbv-infomail