Nieuwsarchief
Stap voor stap naar betere klauwgezondheid
Naast de genetische aanleg en voeding is koecomfort in de stal een belangrijke factor voor een optimale gezondheid en het rendement van melkvee. Aan de hand van 4 pijlers benadrukt John Boonstra, klauwbekapper en trainer in klauwverzorging en klauwgezondheid, het preventieve aspect van klauwmanagement.
Binnen het project ‘Betere stal voor koe en klimaat’, voortgekomen uit het Sabe-traject ‘Samen leren’, wordt gekeken welke maatregelen genomen kunnen worden om te komen tot een beter welzijn en gezondheid van de dieren, optimalisatie van de productie, verhoging van arbeidsgemak én rendement.
Vier pijlers bij klauwinzicht
“Wanneer we kijken naar het welzijn en de gezondheid van de koe scoren we momenteel een krappe 7”, start John zijn presentatie tijdens een van de bijeenkomsten in Noord-Brabant, Utrecht en Zuid-Holland. Dit cijfer is voortgekomen uit een enquête die de 45 deelnemers voorafgaand aan de workshop hebben ingevuld. “Door ons te richten op de 4 pijlers: lage infectiedruk, klauwkwaliteit, bekappen én koecomfort kunnen we dit cijfer flink omhoog schroeven. Het doel is, naast het welzijn van het dier, een gezond rendement voor de boer.”
Lage infectiedruk
De kans op infectieuze klauwaandoeningen zoals mortellaro, stinkpoot en tussenklauwontsteking kunnen beperkt worden door het plaatsen van een voetbad of doorloopbad. “Er zijn verschillende soorten en merken op de markt, allen even effectief maar wel met het juiste voetbadprotocol”, attendeert John. “Bacteriën gedijen het best in een donkere, zuurstofarme en vochtige omgeving en vooral natte vloeren zijn risicovol. Zorg daarom dat de roosters en boxen goed schoon en droog worden gehouden en dat er in de stal altijd voldoende licht en lucht bijkomt.” Door om de 8 tot 10 dagen een voetbad met een desinfecterend middel toe te passen, blijft de huid tussen de klauw soepel en voorkom je dat er zich een (nieuwe) infectie ontwikkelt bij een kloofje of wondje. Veel melkveehouders maken al gebruik van een voetbad, maar zetten het pas in wanneer een infectie is geconstateerd. “Een open deur: maar voorkomen is beter dan genezen.” Hier doelt John ook op constatering bij aankoop vee en erfbetreders. “Check op hygiëne en controleer de klauwen. Hiermee voorkom je insleep.”
Klauwkwaliteit
Als koeien op gezonde klauwen staan en een gezonde weerstand hebben, is er veel minder kans op problemen. Door aandacht aan de klauwen te besteden, zie je bovendien eerder of er iets mis is. John: “Met name ter voorkoming van de niet-infectieuze aandoeningen is het raadzaam de klauwen zo’n 2 à 3 keer per jaar preventief te behandelen en te controleren op infectieuze aandoeningen, klauwvorm en hoornkwaliteit. Naast deze periodieke controle is herkenning bij de koe minstens zo belangrijk. Conditieverlies heeft bijvoorbeeld effect op het vetkussen. Neemt de conditie af dan zal het vetkussen ook dunner worden, met als gevolg dat de druk van het klauwbeen op de klauw, met name op de zool, groter wordt.“
Bakappen: juiste klauwvorm is optimale klauwbelasting
John adviseert de deelnemende melkveehouders zelf te bekappen. “Een bekapper heeft niet altijd direct tijd. Ter voorkoming van niet-infectieuze aandoeningen zoals zoolbloeding, zoolzweer, of wittelijndefect, of ter behandeling van infectieuze aandoeningen, is het goed dit zelf te kunnen.” Hiervoor is het wel raadzaam om een training te volgen of een dag mee te lopen met de bekapper. “Fouten zoals overbekappen worden vaak onbewust gemaakt. Als je weet wat je moet doen, kun je dit voorkomen.” Het is goed om een eigen klauwbekapbox te hebben. De koeien hebben hierdoor minder stress. Een goede werkplek zorgt dat het bekappen sneller gaat. “Het is eveneens zinvol om alle behandelingen en eventuele aandoeningen te registreren. Zo wordt het bekappen niet alleen efficiënt gedaan, maar kan er ook zorgvuldig gemonitord worden welke klauwproblemen het meeste voorkomen op koppelniveau. Een niet-kreupele koe loopt vlot en met een rechte rug. Het vroegtijdig zien van kreupelheid en het zo snel mogelijk op de juiste manier behandelen, voorkomt langdurige (chronische) ellende. Daarnaast herstellen de koeien sneller, omdat de aandoening zich in een vroeg stadium bevindt.”
Low stress, high cow comfort
Kijk kritisch naar de inrichting van de stal. Zorg dat de boxafstelling goed is, dat de koe voldoende ruimte heeft om op te staan en zorg voor een zachte bodem. “Minstens zo belangrijk is de looproute en beloopbaarheid van de ondergrond”, vervolgt John zijn presentatie. Laat de koe geen scherpe bochten of opstapjes maken en voorkom scherpe randen. Als je geen andere mogelijkheden hebt, zorg dan dat de koe kan zien waar ze haar poten moet neerzetten en bevestig rubber op de scherpe randen. “Slechte kavelpaden vormen ook een risico, zeker als de koeien er overheen ‘gejaagd’ worden. De koe heeft van nature een sterk vluchtgedrag. Door een stressvrije omgeving te creëren en stressvrij om te gaan met de koeien worden klauwproblemen voorkomen”, aldus John.
Meer informatie
Het project ‘Betere stal voor koe en klimaat’ is voortgekomen uit het Sabe-traject ‘Samen leren’, is mede mogelijk gemaakt door subsidiegelden vanuit RVO en vindt plaats in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. Wilt u meer weten over het Sabe-traject ‘Samen leren’, dan kunt u contact opnemen met Anne van Heesbeen, projectleider bij DLV Advies. Meer informatie over klauwmanagement kunt u vinden op https://klauwinzicht.nl.