Sturen op bigkwaliteit met toomrendement

Publicatiedatum: 06-12-2019

Het is voor varkenshouders belangrijk om de effecten van aanpassingen in de kraamstal financieel meetbaar maken, om zo het bedrijfsresultaat te verbeteren. Met toomrendement ligt de focus meer op bigkwaliteit dan met toomgrootte.

Wat is toomrendement?

Toomrendement komt op het volgende neer: van de 100 geboren biggen worden er nu gemiddeld 80 voor de maximale prijs verkocht. Na aftrek van de uitval in de kraam- en biggenstal zijn er 10 weken na de geboorte nog zo’n 84 biggen over van de 100. Van deze 84 biggen gaan er circa 80 mee op de auto naar de vleesvarkenshouder. Een aantal blijft noodgedwongen achter en komt in de reststal van de vermeerderaar te liggen, omdat deze niet aan de kwaliteitscriteria voldoen. Aan het eind van de rit kan de vermeerderaar zodoende 80 biggen verkopen, voor de maximale toeslag.

Marktconforme prijs en toeslag

Bij toomrendement draait het dus om het percentage levend geboren biggen dat voor een marktconforme prijs en maximale toeslag wordt verkocht. Zo krijgen zeugenhouders de mogelijkheid om meer te sturen op bigkwaliteit, in plaats van op aantallen levend geboren biggen. Met een hoog toomrendement is namelijk veel geld te verdienen, zoals onderaan dit artikel wordt voorgerekend door Paul Bens, directeur van DLV Advies.

Marktprijs en rendement

Het verhogen van het toomrendement is volgens sommigen de meest logische en kansrijke aanpak om de winstgevendheid te verbeteren. Door niet 80, maar 81 van de 100 biggen te verkopen voor de maximale marktprijs en op termijn misschien 82, stijgt het rendement van een bedrijf flink. De productie is niet meer het probleem op de zeugenbedrijven in Noordwest-Europa. Het is vandaag de dag vooral een uitdaging alle biggen op te fokken tot robuuste dieren. Daar is veel vakmanschap en kennis voor nodig, plus tijd. Goed personeel is echter schaars. Dus is het van belang om arbeid en kennis zodanig in te zetten dat deze het best rendeert.

Beweegbare vloer en stalklimaat

Om het toomrendement te verhogen zijn er nog voldoende technische mogelijkheden. Een daarvan is een beweegbare vloer. Ook het optimaliseren van het klimaat in de kraamstal biedt nog veel mogelijkheden volgens sommigen in de sector. Voor de biggen betekent dit dat die een warm en schoon nest hebben, waar ze na het drinken direct weer in willen. Dit verkleint het risico op doodliggen. De zeug daarentegen voelt zich happy in een koele omgeving. Dat is positief voor de voeropname, met als gevolg een betere melkproductie. Om het stalklimaat te perfectioneren wordt er aan technieken gewerkt om continu de temperatuur te meten in het biggennest en zo nodig bij te sturen. Het leeftijdsverschil tussen tomen biggen in een afdeling is dikwijls 72 uur. De verwarming bij de oudste biggen kan zodoende lager dan bij tomen die 3 dagen jonger zijn.

Een verkoopbare big extra is pure winst

"Als van de honderd geboren biggen het aantal verkoopbare dieren stijgt van 80 naar 81 nemen de opbrengsten gemiddeld € 50 toe de komende jaren. De extra variabele kosten zijn minimaal. De big is immers al geboren, het gaat puur over de overlevingskans tot verkoop", zegt Bens.

Kosten voer, gezondheid en mest

De kostenstijging is maximaal de variabele kosten voor die extra big, van geboorte tot afleveren. Het gros van de kosten voor de extra big zitten in voer, gezondheid en mest, omdat de overige kraam- en opfokkosten toch wel gemaakt worden, maar dan met een big minder. "De stijging van de variabele kosten zijn maximaal € 15 per big, zodat de marge van elke verkoopbare big extra zo’n € 35 is", becijfert Bens. "Hierbij is geen rekening gehouden met mogelijke wijziging van de vaste kosten in huisvesting of in arbeid, voor zover nodig om de overlevingskans te vergroten. Vaak gaat een hogere overlevingskans ook gepaard met gezondere en betere biggen en dus lagere kosten voor medicatie."

Verlagen kosten gezondheid

"Het vasthouden of verhogen van een toeslag op alle biggen of het verlagen van gezondheidskosten werkt dan juist extra in het voordeel van een bedrijf", aldus Bens. Dat kan bedrijfsbreed veel invloed hebben op het financieel resultaat.

 

Dit artikel verscheen in Nieuwe Oogst op 6 december 2019.

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu