Nieuwsarchief
Subsidie afbouw derogatie bekend
Minister Adema heeft een subsidieregeling voor het behoud van blijvend grasland gepubliceerd. Deze tijdelijke subsidieregeling is bedoeld voor veehouders die in 2021 of 2022 een derogatievergunning hadden en is ter compensatie van de extra kosten die zij moeten maken vanwege de afbouw van derogatie.
Agrariërs kunnen subsidie aanvragen voor de jaren 2023, 2024 en 2025. De regeling vervalt per 1 januari 2026. In de regeling wordt gewerkt met forfaitaire waarden als basis voor de het steunbedrag. De steun aan veehouders is gebaseerd op de landbouw de-minimisverordening. Dat betekent dat een agrariër een subsidie van maximaal €20.000,- ontvangen als steun voor kosten die betrekking hebben op de productie van landbouwproducten.
Indienen subsidieaanvraag blijvend grasland vanaf 19 juni
Voor de regeling heeft Adema maximaal 130 miljoen euro beschikbaar. Voor 2023 is er 30 miljoen euro beschikbaar. Aanvragen kunnen 19 juni tot en met 18 juli worden ingediend. Oorspronkelijk zou de aanvraagperiode 1 juni starten. Waarschijnlijk vanwege het uitstellen van de uiterlijke termijn voor het indienen van de Gecombineerde Opgave, is ook deze subsidietermijn opgeschoven. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, oftewel wie het eerst komt wie het eerst maalt. Het is daarom aan te raden zo snel mogelijk de aanvraag in te dienen. Wilt u dit door DLV Advies laten doen, laat dan via de knop hieronder uw gegevens achter.
Doel subsidieregeling blijvend grasland
Het doel van de subsidieregeling is de instandhouding van het areaal grasland, en daardoor te zorgen voor het op peil houden van de waterkwaliteit. Melkveehouders die in aanmerking willen komen voor een vergoeding moeten in 2021 en 2022 gebruik hebben gemaakt van derogatie en dus in het jaar van aanvraag ten minste 80% grasland hebben. In de regeling wordt gerekend met forfaitaire normen, zijnde het aantal eenheden van 10 kg stikstof dat de landbouwer op grond van de derogatiebeschikking in het betreffende jaar terugvalt ten opzichte van het jaar 2021 in de gebruiksnorm dierlijke meststoffen per hectare van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond x €20.
Bedragen per hectare
Bedrijven op zuidelijk en centraal gelegen zand- en lössgronden hadden een stikstofgebruiksnorm dierlijke mest van 230 kg. Dit wordt 220 in 2023. Voor deze afname van 10 kg stikstof kan de agrarier een subsidie krijgen van €20/ha. Percelen waar een stikstofgebruiksnorm gold van 250 en die nu naar 240 gaan kunnen ook een bedrag van €20/ha krijgen.
In 2023 zijn de waterschappen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap Delfland en Brabantse Delta aangewezen als nieuwe verontreinigde gebieden. Hier gaat de gebruiksnorm van 250 naar 220 kg N. Voor die afname van 30 kg is een bedrag van €60/ha beschikbaar.
Voor percelen in de Natura2000 en GWB-gebieden is het niet mogelijk om een derogatievergunning aan te vragen. Voor die percelen geldt de norm van 170 kg N uit dierlijke mest. Dit is een afname van 60 of 80 kg N/ha, afhankelijk of de percelen in 230- of 250 kg gebieden lagen. Voor deze percelen is een tegemoetkoming van respectievelijk €120 en €160/ha te krijgen.
Rekenvoorbeeld subsidie blijvend grasland
Stel een veehouder met 100 hectare landbouwgrond waarvan 80 hectare grasland, heeft percelen in de volgende gebieden:
-
70 hectare in een bestaand 250-gebied, waarvan 20 hectare in een Natura2000-gebied
-
30 hectare in een bestaand 230 gebied waarvan 10 in een Natura2000-gebied
Dan komt de veehouder in aanmerking voor in totaal €5.800 subsidie in 2023, opgebouwd uit de volgende bedragen:
Soort percelen | Aantal hectare | Afname kg N | Bedrag/ha | Totaalbedrag |
Percelen buiten N-2000 (voormalig 250-gebied) |
50 | 10 | €20 | €1000 |
Percelen buiten N-2000 (voormalig 230-gebied) |
20 | 10 | €20 | €400 |
Percelen binnen N2000 (voormalig 250-gebied) |
20 | 80 | €160 | €3200 |
Percelen binnen N2000 (voormalig 230-gebied) |
10 | 60 |
€120 |
€1200 |