Nieuwsarchief
Terugkijken voor optimalisatie
De start van het bewaarseizoen in 2017, was een lastige. De oogst verliep schoksgewijs. De rooidagen waren schaars en verspreid over een lange periode. Regelmatig regende men uit. Boxen en cellen kwamen daardoor niet in één keer vol. Daarnaast kwam bij veel telers het product nat en met rot binnen. Er moest er goed worden gedroogd. En dat met weeromstandigheden met een hoog dauwpunt.
Een jaar om misschien gauw te vergeten, maar vooral een jaar om wat van te leren. Ondanks dat de bewaarplaats niet een ziekenhuis is, kan je met een passende inrichting en een passende droogmethode anticiperen op dit soort omstandigheden. Wat daaraan schortte zit bij de meeste akkerbouwers nog goed in het geheugen. Daarom is het goed om nu afgelopen najaar te evalueren en na te denken over verbeterpunten. Harrie Versluis, projectleider bij DLV advies heeft hiervoor enkele tips op een rij gezet.
Aparte droog- en opwarmwand
In dit soort jaren kan een (snel)droog- en opwarmwand erg nuttig zijn. Partijen die men niet vertrouwd kunnen eerst voor deze wand worden gezet. Ook bij partijen waar men is uitgeregend, is deze wand te gebruiken. Het deel dat na de regen is geoogst, kan eerst voor de wand gedroogd worden, voordat het bij het al gedroogde deel wordt gezet. Hiermee voorkom je, dat reeds droge partijen te veel gaan indrogen. Als het product voldoende droog is, kan dit product vervolgens in de bewaarcellen worden gezet.
Deze droog- en opwarmwanden moeten voorzien worden van voldoende ventilatiecapaciteit en kachels. Om goed te kunnen drogen moet er immers vocht worden afgevoerd. Dat kan alleen met veel lucht. De kachels zullen er vervolgens voor moeten zorgen dat het product door al het drogen niet te ver afkoelt of zelfs iets wordt opgewarmd om meer drooguren te krijgen. Zeker in een najaar als 2017, was dat heel belangrijk.
Partijgrootte
Niet op ieder bedrijf past zo’n aparte wand. Het is dan van belang om niet te grote boxen of cellen te maken. Vooral op groeiende bedrijven is vaak de neiging om bij de nieuwbouw te kiezen voor te grote boxen of cellen. De schaalvergroting geeft dan ook bouwkundig en installatietechnisch voordelen. Een extra afdeling aansturen kost extra luikenmotoren, voelers, schakelapparatuur, deuren, tussenwanden enz. Ook kan het erg “hokkerig” aan doen.
Kleinere afdelingen geven echter de mogelijkheid om maatwerk te maken van het bewaren. Een natte partij voor een droge partij zetten, geeft risico’s. Allereerst is er een kans dat de droge partij weer nat wordt. Daarnaast zal een verse partij die droog is, nog veel vocht afgeven door de ongeheelde schil. De partij zal daardoor onnodig indrogen.
Ook na het drogen zijn kleinere afdeling van belang. Sommige partijen en rassen vragen meer tijd voor het nadrogen. Andere zullen al vlot ingekoeld moeten worden. Zo is dit jaar de kiemrust eerder afgelopen, omdat die simpelweg eerder is begonnen. De kiemrust begint namelijk bij de knolzetting. Als die 2 weken eerder is dan gemiddeld, zal ook de kiemrust 2 weken eerder zijn afgelopen. Gecombineerd met een late oogst, betekent dit dat sommige rassen direct na het drogen al snel gekoeld moeten worden.
Kachels
Naast een lastige oogstperiode, waren ook de weersomstandigheden niet gunstig om te drogen. De dauwpuntstemperatuur in september lag tussen de 10 en 12° C. In oktober steeg die regelmatig naar 14° C en hoger. Partijen die met 15-16° C binnen komen, zijn dan moeizaam te drogen. Om een partij aardappelen te kunnen drogen is namelijk minimaal 2° C verschil nodig tussen de producttemperatuur en het dauwpunt van de buitenlucht. Bij dit verschil zal er per dag per ton aardappelen ongeveer 5 liter vocht worden afgevoerd. Tegelijk zal de partij afkoelen. Voor een partij die na die dag voldoende droog is, zal dat afkoelen geen probleem zijn. Maar een partij met bijvoorbeeld 2% vocht, zal nog een drie dagen langer moeten drogen. Ook bij een partij met rot is afkoelen niet wenselijk.
Ook voor uien is de partijtemperatuur van belang. Als men uien op een RV van 70% wil krijgen, is minimaal een verschil van 6° C tussen de producttemperatuur en het dauwpunt nodig. Bij een kleiner verschil drogen de uien trager en worden ze minder scherp. De luchtvochtigheid van de uitgaande lucht zal met een verschil van bijvoorbeeld 2° C niet verder dalen dan 88%.
In een najaar als 2017 was een kachel van belang om te kunnen blijven drogen. Door de inzet van een kachel voorkom je dat de partij afkoelt. Ook kan die kachel het verschil tussen de producttemperatuur en het dauwpunt verhogen. Een dubbel zo groot verschil geeft meer dan twee keer zoveel droogsnelheid.
Bij een goede inzet van een kachel stopt men ook “warmte” in de partij. Daardoor zal een partij aardappelen van bijvoorbeeld 18° C of een partij uien van 25-30° C bij het nadrogen geen kachel meer nodig hebben. Om het laatste vocht of de rotte knollen weg te drogen, is periodiek drogen voldoende. De partij koelt dan zo langzaam in, dat deze altijd warmer blijft dan het dauwpunt.
Harrie Versluis, DLV Advies “Sommige telers willen na zo’n jaar in alle cellen een kachel hebben. Dit is echter een grote investering en vaak niet nodig.”
In deze investering tellen vooral de kachels en de modulerende kleppen fors door. Met de eerder genoemde droog- en opwarmwand is niet overal een kachel nodig. Een andere bruikbare oplossing is, om meerdere cellen te voorzien van een leiding met één modulerende klep en een beperkt aantal kachels. Als een cel droog genoeg is om alleen met buitenlucht aan de slag te gaan, kunnen de kachels naar een volgende cel. Met een keuze schakelaar wordt vervolgens ook het regelen van de kachels op de volgende cel gezet. Dit kan overigens alleen, als er inderdaad voldoende warmte in de partij zit, om goed te kunnen nadrogen. Daarnaast moet de gelijktijdigheid kloppen. Hoeveel cellen moeten tegelijk met kachels kunnen werken? Dat zal dan het aantal modulerende kleppen bepalen. Kortom optimaliseren is vooral maatwerk in combinatie met een goede voorbereiding.