De kritieke voerwinst geeft alle kosten aan na de voerwinst, dus, die uit de voerwinst betaald moeten worden. Hierin is een beperkte spreiding op de bedrijven waarneembaar, al is op individuele bedrijven het verschil in kosten groter dan het inkomen per eenheid totaal is. De verschillen in voerwinst zijn evenwel zowel bij zeugen als bij vleesvarkens factor 5 groter. De optelling van beide leidt tot een fors verschil in resultaat op de bedrijven. De individuele verschillen zijn uiteraard nog groter, maar het gaat om de lijn en het inzicht er in.

De verschillen worden voor meer dan driekwart gemaakt bij voerwinst. De rest zit in het totaal aan factoren na de voerwinst. Echter, door de kritieke voerwinst te kennen weet u wel meteen of u in een positieve of negatieve spiraal zit. De kritieke voerwinst is namelijk redelijk constant, tot licht trendmatig stijgend. De voerwinst is de fluctuerende.

De vraag is of iedereen zich realiseert in welke richting hij zich in de spiraal beweegt. Het moet ook niet zo zijn dat dit nu is ingegeven door de opleving van de prijzen, waar we bij de actuele hogere voerwinsten een ander gevoel hebben dan we bij de afgelopen 5 jaren hadden. Zelfs als de voerwinsten in de sector structureel boven de € 630 per zeug en € 86 per vleesvarken zouden blijven, dan nog zit 50% in een negatieve spiraal.
De bovenkant van de bedrijven zitten echter bij ondergemiddelde voerwinsten in de sector nog steeds  in een opwaartse spiraal, laat staan bij de huidige bovengemiddelde resultaten.

Het veranderen van de structurele richting waarin je beweegt in de spiraal is een enorme uitdaging. Realiseer u dat dit niet plaatsvindt door een periode van bovengemiddelde voerwinsten. Hier is op veel bedrijven een daadwerkelijke trendbreuk voor nodig en dat knopje is vaak niet zo makkelijk gevonden.

Deze blog van Paul Bens verscheen op 6 oktober op Varkens.nl.