Varkensbedrijf De Jong als wroetstal uit de as herrezen

Publicatiedatum: 18-03-2022

Het varkensbedrijf van Gerard en Marian de Jong is letterlijk als een feniks uit de as herrezen. Het traditionele varkensbedrijf in Biezenmortel onderging na een stalbrand namelijk een complete gedaanteverwisseling. De moedige ondernemers starten nu door in het Wroetvarken-concept en gaan 240 zeugen en 2100 vleesvarkens houden. Voor zover bekend hebben zij daarmee het eerste gesloten Wroetvarkensbedrijf van Nederland.

De familie De Jong werd op 1 februari 2019 getroffen door een stalbrand. Een doorgebrande voermotor leidde ertoe dat drie van de vier stallen van het gesloten bedrijf met 340 zeugen tot de grond toe afbrandden. Ondanks deze traumatische gebeurtenis lieten Gerard (60) en Marian (58) zich niet uit het veld slaan. De ondernemers vonden de kracht om de blik weer op de toekomst te richten, en het bedrijf weer op te bouwen. “Maar op onze schaal, als gezinsbedrijf, zagen wij geen toekomst in de traditionele manier van varkenshouden”, vertelt Gerard. “Mijn vrouw en ik doen het werk samen. We hebben geen opvolger binnen gezinsverband. En een groot bedrijf met twee of drie vaste krachten, dat willen we niet.” 

Wroetvarken-concept

De keuze viel op het diervriendelijke concept van het Wroetvarken. De varkens hebben daarbij volop de beschikking over strooisel. Deze omschakeling had vergunning technisch heel wat voeten in aarde, vertelt Teammanager Erwin van Kessel van DLV Advies. “Het wroetstalsysteem staat nog niet op de RAV (Regeling ammoniak en veehouderij)-lijst; het is nog een concept. Daarom moesten we diverse aanvragen indienen om een proefstalstatus te verkrijgen: voor de vrijloop kraamzeugenstal, voor de dekstal, voor de dragende zeugenstal, voor de biggenstal en voor de stal van de vleesvarkens en de opfokgelten.” Na een lange periode van beoordeling door de RVO (Rijkdienst voor Ondernemend Nederland) was op 28 mei 2020 de proefstalbeschikking binnen. Hierop zijn nog verschillende bezwaren ingediend, maar uiteindelijk was er in november 2020 groen licht om verder te kunnen met de vergunning.

Brongerichte maatregelen

De nieuwe stallen moesten uiteraard voldoen aan de eisen uit de Brabantse verordening. Dat betekent een minimaal 85 procent lagere ammoniakemissie ten opzichte van traditioneel. Erwin: “De familie De Jong wilde in beginsel geen luchtwasser, dat vonden ze niet passen bij het wroetstalconcept. Zij kozen bewust voor brongerichte maatregelen, zoals dagontmesting, sturen op mestgedrag en het gebruik van urease-remmers om ammoniakemissie tegen te gaan.”
Een heel nieuw concept dus, met verschillende emissiebeperkende maatregelen in verschillende stallen. Erwin: “We zijn gedurende het hele vergunningentraject zeer goed in overleg gebleven met de betrokken ambtenaren, het was allemaal nieuw, voor de ambtenaren ook. Daarom duurde het wel lang.”
Er werd tevens een procedure opgestart bij de provincie Brabant om te komen tot een hardheidsclausule, omdat de 85 procent ammoniakreductie niet in alle stallen kon worden gehaald. Dat had te mede te maken met de gehanteerde veiligheidsmarge in de emissie bij de proefstallen. Uiteindelijk heeft de familie daarom besloten om een deel van het bedrijf toch uit te voeren met een luchtwasser.

Herinvesteringsplicht

Inclusief zaken als het indienen van de Aanmeldnotitie milieueffectrapportage (m.e.r.) en de verplichte omgevingsdialoog werd het uiteindelijk 22 maart 2021 voor de milieuvergunning binnen was. Drie weken later was ook de bouwvergunning een feit en kon Erwin zich het zweet van het voorhoofd wissen. “Er stond namelijk behoorlijk veel druk op, vanwege de herinvesteringsplicht. Als we het allemaal niet op tijd rond kregen, liepen we het risico dat de brandschadevergoeding zou komen te vervallen.” 
Erwin heeft groot respect voor het doorzettingsvermogen van Gerard en Marian. “Als ze simpelweg voor hun bestaande concept met grote luchtwasser hadden gekozen, hadden ze minimaal een jaar eerder weer kunnen opstarten. Maar zij hebben er bewust voor het wroetstal concept gekozen en alle hobbels die daarbij op hun pad kwamen . Dat siert hen echt als ondernemers!”

Puzzelen met het bouwvlak

Met de vergunningen op zak, kon de bouw beginnen. Geertniek Schonewille, Projectleider Bouw DLV Advies, begeleidt dit traject. Hij heeft onder meer het 84 hoofdstukken tellende Stabu-bestek gemaakt op basis waarvan de aannemers konden inschrijven. “Ook voor het bouwbedrijf is de bouw van eenwroetstal compleet nieuw: ze hebben te maken met ingestrooide ruimtes, luchtkoeling, een deel met luchtwasser, noem maar op, ” vertelt Geertniek. Daarbij is het bouwvlak ook nog krap. “Het is passen en meten; een hele puzzel want de bouwkraan moet er op bepaalde plekken ook nog langs kunnen.”

Brandveiligheid

De bouw verloopt in twee fases. Fase 1, de zeugenstal, kon in januari in gebruik worden genomen. Daar zitten de dragende gelten inmiddels al in; die had De Jong in een gehuurde stal opgefokt. 
Fase 2 is nu in volle gang, dat betreft twee afzonderlijke stallen voor gespeende biggen en drie afzonderlijke stallen voor vleesvarkens. Die stallen staan haaks op een centrale gang. Voor deze opstelling is gekozen uit het oogpunt van brandveiligheid, legt Geertniek uit. “Er zit een brandscheiding tussen die 60 minuten brand kan tegenhouden. En mocht er een wand bezwijken, dan is de constructie zó, dat de tegenoverliggende wand nog steeds blijft staan.” 

Gescheiden mest

Onder de centrale gang loopt een mestput. De varkensstallen zijn voorzien van een dichte, v-vormige vloer met een urinegoot; de stikstofrijke dunne fractie wordt apart opgeslagen, wat de emissie beperkt. De dikke fractie - een combinatie van mest en strooisel – komt via de dagontmesting in de centrale mestput. Vervolgens transporteren vouwschuiven de stromest naar het afstortpunt achter de stal. Daarvandaan gaat het automatisch naar de overdekte mestopslag, legt Geertniek uit. “Dit eindproduct is ook goed af te zetten bij akkerbouwers en boom- en plantenkwekerijen.”
Het is een bijzonder bouwproject, volgens de DLV-specialist. “Ik ken geen ander gesloten bedrijf met een wroetstal.” Dat vergt intensieve begeleiding. Via een bouw-appgroep staat Geertniek vrijwel dagelijks in contact met de ondernemers en de aannemer. Varkenshouder Gerard de Jong is prima te spreken over de begeleiding de afgelopen drie jaar, vertelt hij. “Heel professioneel.” Gerard let als ondernemer scherp op de kosten. En met zo’n grote organisatie moet je voorkomen dat de kosten van de begeleiding niet te hoog oplopen, meent hij. 

Eerste biggen in aantocht

Het bouwproject nadert langzamerhand de voltooiing, en dat is maar goed ook. Eind maart, begin april zullen de eerste zeugen gaan werpen. ”Dat is het moment waar ik echt het meeste naar uitkijk”, vertelt Gerard. “Dat we weer kunnen draaien; kijken hoe die biggen het doen.”
De Wroetvarken-big is gebaseerd op de TN50-zeug en een Tempo eindbeer. “Deze zeug wordt heel weinig gebruikt, omdat ze iets minder biggen geeft”, vertelt de varkenshouder. “Maar de TN50 heeft wel betere moedereigenschappen. Ze is ook wat robuuster en duurzamer. De biggen zijn ook wat krachtiger. Ik verwacht dat we straks in onze nieuwe stallen ook weer op 30 à 32 grootgebrachte biggen per zeug komen, net als vroeger.”

Doen waar je je goed bij voelt

De Brabantse ondernemers krijgen regelmatig de vraag waarom zij – zonder opvolger, en met de pensioengerechtigde leeftijd in zicht – toch nog deze stap zetten. “Wij willen gewoon doen waar we ons goed bij voelen”, verklaart Gerard. “Niet afgaan op wat andere mensen zeggen. Ik loop nu al met een heel ander gevoel door de stal dan vroeger; het is veel lichter, ruimer en opener allemaal. Het werkt nu al prettig.” 

Meer weten?

Denkt u bijvoorbeeld na over verbreding van uw onderneming, over uitbreiding, over de toekomststrategie, over vervanging van uw materialen of over energieneutraal worden en kunt u daar wel wat onafhankelijk, eerlijk en no-nonsens advies bij gebruiken? Neem dan vrijblijvend contact op met Geertniek Schonewille, Erwin van Kessel of 1 van onze andere adviseurs. Graag helpen we u om het antwoord op al uw vragen beantwoord te krijgen.

Dit project is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van RVO: Subsidie Brongericht Verduurzaming

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu