Nieuwsarchief
Verdere stappen naar duurzame veehouderij in Noord-Brabant
De provincie Noord-Brabant kondigt in een Statenmededeling een nieuw pakket maatregelen aan om de transitie naar een duurzame veehouderij te versnellen. Deze maatregelen zijn het vervolg van het nieuwe bestuursakkoord 2010-2023 en gebaseerd op het eerdere besluit van 7 juli 2017.
Het idee is om meer maatwerk te leveren in de veehouderijsector zonder dat de voorgenomen jaarlijkse daling van de ammoniakemissie in het geding komt. “De stoppersmaatregel 2024 is voor veel melkveehouders mogelijk interessant”, zegt Erwin van Kessel, manager bouw.
Warme sanering varkenshouderij
De provincie wil deelname aan de warme sanering stimuleren. Samen met de gemeente wordt gekeken naar geuroverlast terugdringen en er komt nog een onderzoek met de ontwikkelmaatschappij Ruimte voor Ruimte voor een aanpak van de woningbouwopgave. “Waarschijnlijk komt er dan een aangepaste Ruimte voor Ruimte-regeling”, zegt Erwin van Kessel. “Hoe die eruit komt te zien en of er daadwerkelijk meer mogelijkheden komen is nu nog onduidelijk.”
Vrijkomende gronden benutten
Afgelopen jaren is er steeds meer grond beschikbaar gekomen van stoppende veehouders. Deze vrijkomende gronden worden nu vaak gebruikt voor intensievere teelten en komen door de hoge koop en pachtprijzen niet terecht bij de melkveehouderij. De provincie wil deze gronden kopen en eventueel verpachten aan melkveehouders en zo de route naar grondgebondenheid en kringlooplandbouw vergemakkelijkt.
Uitstel voor stro(oisel)stallen, vleesvee en geiten
Uitstel in het voldoen aan de gestelde eisen is mogelijk voor bedrijven met stro(oisel)stallen en natuurinclusieve landbouw, bedrijven met meer dan 100 vlees- of fokstieren en geitenhouders met meer dan 500 geiten. De provincie gaat eerst onderzoek doen of aanpassingen in de bedrijfsvoering tot lagere emissies leiden.
Brongerichte maatregelen
Varkens en kalverhouders die gaan kiezen voor brongerichte maatregelen krijgen een halfjaar uitstel voor het indienen van een aanvraag. Voor 1 januari 2020 kunnen deze maatregelen nog niet over een emissiefactor beschikken.
Stoppersregeling vanuit provincie
Veehouders die van plan zijn om uiterlijk per 1 januari 2022 te stoppen met het houden van vee hoeven geen vergunning aan te vragen. “Onder bepaalde voorwaarden mogen zij toch doorgaan”, zegt Van Kessel. “Voor bedrijven die op 1 januari 2024 willen stoppen gelden ook aanvullende voorwaarden, maar die zijn wel interessant voor veel melkveehouders.” Zij zijn al minder koeien gaan houden door de komst van de fosfaatrechten en hebben vaak een onderbezetting ten opzichte van de verleende vergunning. “Het kan zijn dat een aantal van deze bedrijven relatief weinig vee in hoeft te leveren om toch de onderneming voort te zetten tot 2024. Belangrijk is wel om vooraf een goed beeld te hebben van de financiële gevolgen. De vraag is welke investeringen nodig zijn en of die de moeite waard zijn”, aldus Van Kessel.
Tijdig financiën in beeld
Bedrijven die willen stoppen, moeten dit voor 1 november 2019 door hebben gegeven aan de provincie. “Het is dus zaak om zo snel mogelijk contact op te nemen in de komende periode. Ook al zijn veel maatregelen nog niet definitief, we kunnen er wel alvast rekening mee houden in het financiële plan. Op deze manier kunt u voor de beste strategie kiezen.”
Neem voor meer informatie contact op met Erwin van Kessel, manager bouw.