Nieuwsarchief
Verleng termijn stoppersregeling
De beslistermijn voor de bedrijfsbeëindigingsregeling moet worden verlengd, zodat boeren andere opties kunnen verkennen. Dat vindt Marco Hol, adviseur bij DLV Advies. Terwijl de verplaatsingsregeling in de aanpak van piekbelasting nog op zich laat wachten, zijn de eerste beschikkingen binnen bij ondernemers, die de bedrijfsbeëindigingsregeling Lbv-plus hebben aangevraagd. Zij staan nu voor een cruciale beslissing: binnen zes maanden moeten zij beslissen of ze willen deelnemen aan de regeling.
Demissionair minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof schrijft in haar brief van 23 januari aan de Tweede Kamer dat ondernemers die vallen onder de aanpak piekbelasting, door extensiveren, innoveren, omschakelen en verplaatsen hun uitstoot fors kunnen reduceren. In dezelfde brief staat dat de intentie is om de verplaatsingsregeling in de eerste helft van 2024 te publiceren. Dat betekent dat deze waarschijnlijk pas medio 2024 bekend zal zijn.
Doorstartverbod
Met het ontvangen van een beschikking in de Lbv-plus weten ondernemers dat ze kunnen deelnemen aan de regeling. Ze kennen niet het alternatief van verplaatsing, een van de twee alternatieven – ook innoveren – waar de meeste verwachtingen van zijn bij veel ondernemers. Deelname aan de Lbv-plus betekent ook een doorstartverbod.
"Het is dan ook in het belang van alle betrokken partijen om ondernemers voldoende tijd te geven", benadrukt Marco.
Een deel van de ondernemers wil zeker de mogelijkheid verkennen van een mogelijke verplaatsing, ook om het doorstartverbod te voorkomen. Het beperkte aanbod van geschikte locaties voor verplaatsing maakt de zoektocht naar een passende locatie uitdagend voor de betrokkenen.
Een veehouderijbedrijf verplaatsen is een ingrijpend proces met veel juridische, logistieke en financiële overwegingen. Een verantwoorde beslissing vergt niet alleen de nodige informatie, maar ook ruimte voor overleg en advies. Het verkennen van opties, van vergunningen tot ruimtelijke ordening, van financiering tot invulling van de arbeid, vergt zorgvuldigheid en veel tijd. Er zijn veel variabelen en onzekerheden die moeten worden afgewogen, vooral vanwege de complexiteit van het verplaatsingstraject.
Realistische mogelijkheden
De roep om een verlenging van de beslistermijn weerspiegelt de behoefte aan realistische mogelijkheden voor agrarisch ondernemers die overwegen hun bedrijf te verplaatsen. Potentiële verplaatsers hebben dan ook minimaal zes maanden de tijd nodig om het traject van verplaatsing te verkennen vanaf het moment dat de regeling bekend is.
In de brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister dat zij van plan is de openstelling van de Lbv-plus te verlengen tot eind 2024 om gelijktijdige openstelling van alle regelingen mogelijk te maken. Maar dit is niet de oplossing voor de ondernemers die zich direct bij de start van de openstelling hebben aangemeld en de beschikking al hebben ontvangen. Een deel van deze aanmelders heeft al een beschikking en moet binnen zes maanden na de verleningsbeschikking beslissen.
De oproep aan het ministerie van LNV is duidelijk: verleng de beslistermijn voor ondernemers die serieus de mogelijkheid van verplaatsing willen onderzoeken. Het is in het belang van alle betrokken partijen om ondernemers voldoende tijd te geven. De verlenging moet synchroon lopen met de bekendmaking van de verplaatsingsregeling om realistische besluitvorming mogelijk te maken.
Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van Nieuwe Oogst