Nieuwsarchief
Vijf jaar onzekerheid: PAS-Melders nog steeds in de knel
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat de PAS-melders in de illegaliteit terechtkwamen na de uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019. Sindsdien verkeren ruim drieduizend boeren nog steeds in onzekerheid door bureaucratische obstakels. Ondanks de belofte van de overheid om de situatie te verhelpen, worden legalisatieverzoeken steeds vaker om futiele redenen afgewezen.
Jeroen van Boxmeer, adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu, legt uit: “Legalisatieverzoeken kunnen worden afgewezen omdat destijds in de registratie is aangegeven dat de feitelijk bestaande situatie werd gemeld. De overheid vindt dit nu geen ‘wijziging ten opzichte van de referentiesituatie’.” Het probleem hierbij is dat legalisatieverzoeken geen officiële procedures zijn. Als je het er niet mee eens bent, kun je geen bezwaar maken. Je kunt alleen je gelijk afdwingen door illegaal te blijven en bij toekomstige dwangsommen naar de rechter te stappen. Dit is niet de houding die je mag verwachten van een overheid die haar fout erkent en belooft het probleem op te lossen. In alle gevallen kon de PAS-melder destijds niet anders dan een melding doen. De melders hebben dus te goeder trouw gehandeld.
Huidige problematiek
Het huidige probleem is tweeledig. Ten eerste zijn de boeren zonder vergunning illegaal, wat hen belemmert in hun bedrijfsvoering. Ontwikkelingen stagneren, er wordt geen vergunning verleend en financiering is moeilijk te verkrijgen. Ten tweede worden er onvoldoende concrete stappen genomen om de beloofde stikstofruimte vrij te maken. “Vorige maand was de tussenstand dat voor slechts zeven PAS-melders inmiddels voldoende stikstofruimte was gevonden. Hierdoor blijven boeren in onzekerheid”, aldus Jeroen.
Oplossingsrichtingen
De overheid zal haar verantwoordelijkheid moeten nemen door versneld en pragmatisch te handelen om de vergunningsproblematiek van de PAS-melders op te lossen. “Het afgeven van voorlopige vergunningen is niet mogelijk.
Een andere benadering, zoals het toepassen van feitelijke compensaties van de stikstofdepositie, bijvoorbeeld door landbouwgrond in de buurt van natuurgebieden tijdelijk niet meer te bemesten, is wellicht een beter alternatief. In Overijssel wordt dit al toegepast, waar de provincie in 50 handhavingsdossiers een feitelijke compensatie van het stikstofoverschot heeft gerealiseerd. Uit de rechtspraak blijkt dat deze tijdelijke compensatie ervoor zorgt dat de provincie op korte termijn niet hoeft te handhaven. Dit helpt de druk van de handhavingsdossiers te verminderen, maar het is geen structurele oplossing.”
Een derde oplossingsrichting kan gevonden worden in de richting van het versnellen van innovatieve maatregelen met toepassing van doelvoorschriften. “Een aantal PAS-melders wil het bedrijf verder ontwikkelen en is daarbij bereid om innovatieve technieken toe te passen, die de stikstofuitstoot verlagen. Deze bedrijven lopen nu tegen een trage of zelfs stilgelegde vergunningverlening aan omdat de exacte besparing nog niet voldoende bekend is. Door de doelvoorschriften juist op deze bedrijven toe te passen, sla je twee vliegen in één klap. Het bedrijf kan de gewenste ontwikkeling doorzetten én je doet ervaring op met de innovatieve systemen.” Ondanks de beperkingen die hier ook duidelijk zijn, kan dit voor enkele bedrijven een oplossing vormen.
Duidelijk plan
Er moet een robuust en effectief plan komen voor het vrijmaken van stikstofruimte, zodat de boeren weer perspectief krijgen. Dit vergt dat de overheid concrete en haalbare maatregelen neemt om de beloofde stikstofruimte daadwerkelijk beschikbaar te maken. Alleen dan kunnen de PAS-melders uit hun huidige impasse worden gehaald en weer met vertrouwen naar de toekomst kijken.