Wispelturig fosfaatbeleid

Publicatiedatum: 19-05-2017

We zitten in een vicieuze cirkel, doordat ondernemers inspelen op veranderende voorwaarden.
Niets is zeker als ik op 8 mei aan deze column voor Boerderij begin. De veestapel is inmiddels met bijna 100.000 GVE gereduceerd. Om derogatie zeker te stellen moet de reductie volgens LTO eind 2017 160.000 GVE zijn. Het daarvoor ingestelde fosfaatreductieplan kent een wispelturig verloop. Keer op keer worden uitgangspunten veranderd en nieuwe referentiedata ingevoerd. Diercategorieën worden eerst niet en dan wel uitgesloten. Vanaf 28 april telt reductie van jongvee alleen mee als er ook melkkoeien worden afgevoerd.

De kortgedingrechter legde op 4 mei een bom onder het fosfaatreductieplan door het buiten werking te stellen voor 51 bedrijven. Veehouders die al keuzes hadden gemaakt, worden hiermee bevestigd in hun gedachte dat Den Haag geen rekening houdt met de gevolgen voor hun individuele bedrijven.

Geen ontwikkelingsrem meer

Het leek alsof veehouders rond het afschaffen van het quotum geen ontwikkelingsrem meer voelden. Een grote groep zat met een stal uit 1975 die broodnodig aan vervanging toe was. Veehouders keken vooral naar hun eigen bedrijfssituatie bij ontwikkelingskeuzes. Daarin zijn de gevolgen vanuit de mestplaatsingsruimte op bedrijfsniveau hoofdzakelijk bepalend geweest voor het groeipotentieel van de onderneming, en niet het landelijk fosfaatplafond. Dat kwam niet eens ter sprake.

Wanneer je voldoet aan de aanwendingsnormen voor je bedrijf, dan kan van overbemesting geen sprake zijn, dus wat is het probleem? Banken financierden, stallen werden gebouwd. Dertig jaar te gaan om alle verplichtingen na te komen. De huidige wettelijke beperkingen wordt gevoeld als een boete waarbij geen overtreding is gemaakt. Creatieve geesten zoeken dan natuurlijk de mazen in wetgeving, bedenken slimme oplossingen en passen die direct toe om de schade voor zichzelf te beperken. Dit was te verwachten en daarom zitten we nu in een vicieuze cirkel van aanpassingen in wetgeving en ondernemers die steeds opnieuw slimme oplossingen bedenken om schade te beperken.

Meer dan alleen financieel probleem

Bij verlies van derogatie heeft een melkveebedrijf met 50 hectare al snel extra kosten van 1,5 tot 2 cent per kilo geleverde melk. Bij 850.000 kilo melk is dit pakweg € 15.000 op jaarbasis. Het grootste gedeelte zit in de extra mestafzetkosten en de aankoop van extra kunstmest.

Verlies van derogatie is echter meer dan alleen een financieel probleem. Als het gaat om effectief beleid waarbij milieubelastingen verder moeten worden teruggebracht, is verlies van derogatie een regelrechte ramp. Het betekent een toename van het aantal mesttransporten met minimaal 30% en een stijging van het kunstmestgebruik en dus ook de kunstmestproductie van zeker 15 tot 20%.

Verleden jaar heb ik al eens aangegeven dat de hoogte van de forfaitaire productienormen in mijn beleving niet overeenkomen met de praktijk. 4,4 miljoen kilo extra fosfaatproductie door een aanpassing van deze productienormen heeft al een mooi beetje ellende veroorzaakt, en gaat nog veel meer ellende veroorzaken als derogatieverlies de waarheid wordt.

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu