Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur

Publicatiedatum: 21-11-2024

In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal? Zijn er boeren die daar geld van weten te maken? Mestafzet naar het buitenland is mogelijk, zegt Ap van de Bas, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies, maar voor een kleine groep. ”Transportkosten zijn hoog en buurlanden hebben hun eigen spelregels."

"Bij mestexport zijn er twee smaken: mestafvoer naar grenspercelen of zelf mest over de grens exporteren", zegt Ap. Beide manieren zijn vooral interessant voor boeren die langs de grensstreek wonen, stelt hij. Echter, er zit ook een addertje onder het gras, aldus de adviseur. ”De grensregio’s in België en Duitsland kennen net als wij een hoge veedichtheid. Het is niet zo dat boeren daar op mest van Nederlandse veehouders zitten te wachten. Dat betekent dat je de mest al verder Europa in moet brengen. Daar hangt een fors prijskaartje aan.”

Eigen wet- en regelgeving

Grensboeren kunnen percelen in België of Duitsland kopen of pachten en die zelf gebruiken om mest op uit te rijden en gewas af te halen, zegt Ap. Ook ziet hij samenwerkingen met akkerbouwers ontstaan. “Houd er wel rekening mee dat deze landen hun eigen wet- en regelgeving hebben. Je moet dan voldoen aan de Nederlandse én buitenlandse wetgeving. In Duitsland geldt bijvoorbeeld dat je alleen mest van eigen bedrijf op een grensperceel mag aanwenden, binnen een straal van 20 kilometer. Ook moeten boeren een gecombineerde opgave indienen, een cursus volgen en ingeschreven staan bij de Landschaftskammer.”

Bovendien vallen buitenlandse percelen niet onder de fosfaatdifferentiatie. Daardoor geldt de laagste plaatsingsnorm, voor bouwland 26,5 kuub rundveedrijfmest per ha, aldus de adviseur. “Terwijl je in Nederland zo naar 42 kuub per ha kan, zonder derogatie. Al met al is mestafvoer naar grenspercelen voor de meeste boeren niet direct een oplossing, omdat je een groot aantal hobbels moet nemen. De ervaring leert dat de meeste boeren die hiermee aan de gang gaan, er uiteindelijk toch weer mee stoppen.”

Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen. Het volledige artikel is te lezen op melkvee.nl.  

ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu
Monomestvergisting en WKK veelbelovende opties: rendement wel bedrijfsspecifiek