Nieuwsarchief
Zonder bedrijfswaterplan niet beregenen
Wie wil beregenen in Brabant, moet sinds januari 2018 beschikken over een bedrijfswaterplan met waterbesparende en/of waterconserverende maatregelen. “Bij een droge periode gaan agrariërs beregenen. Heb je geen bedrijfswaterplan, dan mag je niet beregenen. Met een bedrijfswaterplan mag het wel. Dus maak het voor een droge periode in orde”, aldus Eric Bouwman, adviseur bij DLV Advies.
Wat is een bedrijfswaterplan?
Een bedrijfswaterplan bevat een overzicht van de maatregelen die een ondernemer neemt om water te besparen op zijn bedrijf. „Het plan moet, afhankelijk van de grondsoort en van het aantal hectares dat een bedrijf telt, één, twee of drie maatregelen bevatten”, zegt Eric Bouwman, adviseur bij DLV Advies. “Denk bijvoorbeeld aan de plaatsing van stuwen om het slootwater en de grondwaterspiegel op niveau te houden, het opvangen van hemelwater, gebruik van een beregeningssignaal om op het juiste moment te beregenen, de inzet van organische mest en groenbemesters om het watervasthoudend vermogen van de bodem te vergroten.”
Beregen flexibeler
Hier staat tegenover dat dit nieuwe beleid, dat is ingegaan in januari 2018, boeren de mogelijkheid biedt om flexibeler te beregenen. Zo geldt voor ondernemers met een bedrijfswaterplan niet langer een verbod op beregening van grasland tot 1 juni en in de maanden juni en juli tussen 11.00 en 17.00 uur. Ook is het slaan van nieuwe putten toegestaan, met een maximum van één put per vijf hectare. „Ik zie louter voordelen in het nieuwe beleid voor grondwaterberegening”, zegt Bouwman. „De beperkingen in de beregeningsperiode en -tijdstippen voor grasland zijn veel melkveehouders een doorn in het oog: in droge perioden kunnen zij niet of beperkt beregenen. Dat behoort straks tot het verleden. Hierdoor, en doordat makkelijker putten kunnen worden geslagen, draagt het beleid bij aan het voorkomen van verdroging.”
Met investeren water besparen
Ondernemers in kwetsbare gebieden in de attentiezones rond Natura 2000-gebieden en in natte natuurparels in Brabant hoeven geen bedrijfswaterplan te hebben en voor hen blijft het vergunningenstelsel van kracht.
Volgens Bouwman zijn er grote verschillen in de investeringen die ondernemers moeten doen om water te besparen. “Sommige boeren doen al van alles op dit vlak en hoeven nagenoeg niet te investeren, anderen moeten bij nul beginnen. Maar meestal is er relatief eenvoudig, en tegen beperkte kosten, de nodige winst te behalen. Het komt zelden voor dat ondernemers fors moeten investeren of dat het opstellen van een plan problemen met zich meebrengt.”