Nieuwsarchief
Zonder duurzaamheid geen rendement?
Zonder rendement geen duurzaamheid of zonder duurzaamheid geen rendement? Die vraag stelde Niek Groot Wassink de 150 aanwezigen op de studieavond van Platform Roodbont.
De melkveehouder uit Rekken en adviseur financieel management bij DLV Advies vindt dat dit samen moet gaan. Duurzaamheid is belangrijk voor het behoud van de license to produce, maar benadrukte ook dat bij het streven naar een duurzame veestapel het er ook om gaat wat het verdienmodel is. Met andere woorden, wat levert duurzaamheid op in de portemonnee?
Hogere levensduur, lagere vervanging
Hij illustreerde dit met het voorbeeld van het verhogen van de levensduur. “Het verhogen van de levensduur van vier naar zes jaar levert een bedrijf met 100 koeien 45.000 euro per jaar op. Dit komt door een hogere levensproductie per dier, minder jonge dieren in de veestapel en een besparing op de opfokkosten.” Groot Wassink gaat hierbij uit van een bedrijf dat het jongveeaandeel laat zakken van 10 naar 5 per 100 stuks melkvee. “Bij een jongveeaandeel van 5 is het vervangingspercentage 25%. Daar zou je als melkveehouder mee moeten kunnen volstaan. Om verschillende redenen houden melkveehouders meer jongvee aan, maar dit kost wel elke dag geld.”
Wet en regelgeving belemmert duurzaamheid
Hij plaatste wel een kanttekening bij het verhogen van de levensduur en levensproductie. “Wat je ziet is dat veranderende wet- en regelgeving er voor zorgt dat de levensproductie per dier niet boven de 30.000 liter komt. Maatregelen als de wet grondgebonden melkveehouderij, de mestverwerkingseisen, kringloopwijzer, het fosfaatreductieplan en recentelijk de stand still van Friesland Campina dwingen ondernemers om koeien weg te doen. Dat ligt niet aan de boer.”
Geen structurele stijging melkprijs
Groot Wassink verwacht geen structurele stijging van de melkprijs: “Die schommelt al jaren rond de 34 à 35 cent, terwijl de privé-kosten jaarlijks wel 1,5 tot 2 procent stijgen. Ondernemers zullen zelf moeten kiezen wat voor hen een duurzame strategie is.” Hij somde de mogelijkheden op die veehouders hebben: doorgaan en de daling van het inkomen accepteren, het nog beter gaan doen, schaalvergroting, verbreding of zorgen voor neveninkomsten. Nadrukkelijk noemde hij ook stoppen en iets anders doen als keuze. ‘Voor sommige bedrijven is dat misschien wel de beste keuze.’