Zware voorjaarskuilen van 2021 pakken gunstig uit in BEX

Publicatiedatum: 08-03-2022

Melkveehouders in het zuiden van het land die meedoen aan de BEX-regeling hebben over boekjaar 2021 goed gescoord. Dat was te danken aan de uitzonderlijk zware en late eerste snede van vorig jaar, waardoor de voorjaarskuilen in doorsnee minder dan 150 gram ruw eiwit bevatten. Die conclusie valt te trekken uit de eerste dertig BEX-berekeningen die Stef van Bergen, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies heeft geanalyseerd.

Het voorjaar van 2021 was lang nat en koud. “De meeste veehouders konden pas eind mei, begin juni maaien en inkuilen”, vertelt Stef. Dat resulteerde in zware snedes van meer dan zes ton droge stof per hectare. “Daar was bij de bemesting natuurlijk niet op gerekend.”

Darmverteerbaar eiwit

Het gevolg is kuilen met 140 à 150 gram ruw eiwit (RE). “Dat was vooral darmverteerbaar eiwit, wat goed wordt benut door de koe.” Een laag RE-gehalte vergt wel wat extra sturing in het rantsoen, maar dat is op darmniveau zeer nauwkeurig te doen met krachtvoer of bijproducten, voegt Stef eraan toe.
Omdat de kuilanalyses worden gehanteerd als uitgangspunt voor de berekening van het eiwitgehalte van het verse gras werd ook het eiwit uit weidegras en zomerstalvoedering laag gewaardeerd. Daardoor kwamen de veehouders in de BEX gunstig uit en hoefden zij normaal genomen minder mest af te voeren.

Eiwit van eigen land

Daar staat tegenover dat veehouders die nu nog van deze kuilen voeren veel eiwit moeten bijvoeren. “Daardoor komt nu in de KringloopWijzer het percentage ‘eiwit van eigen land’ wel onder druk te staan”, geeft Stef aan. “In combinatie met meer duur eiwit aankopen, is dat van twee kanten niet ideaal.” Sinds vorig jaar geldt in de KringloopWijzer dat alleen het zelf gewonnen eiwit dat aan de koe gevoerd is in dat jaar telt als eiwit van eigen land. Voorheen gold al het eiwit dat in een seizoen van eigen land was gewonnen als eiwit van eigen grond.

Aandachtspunten

Voor het lopende BEX-jaar benoemt  zijn collega Marc Drenth nog enkele aandachtspunten. “Zo is het verstandig om kuilen niet te nat te maken, maar te mikken op 40 tot 50% droge stof. Nat inkuilen kost eiwit; het resulteert in een hoge OEB en meer ammoniak”, zegt Marc.
Een natte, eiwitrijke najaarskuil wordt in de praktijk nogal eens gevoerd aan het jongvee, maar die categorie dieren kan dat eiwit minder goed benutten dan melkkoeien. “Probeer in dat geval om zo’n kuil gemengd te voeren, samen met een kuil uit een eerdere snede”, geeft hij als tip.
Bij weidegang is het ruw eiwitgehalte doorgaans hoog: 170 tot 180 gram. Het is dan belangrijk om daar voldoende energie (VEM) tegenover te zetten. De koe kan dan het ruw eiwit ook efficiënt benutten. En uiteraard verdient het aanbeveling om te sturen op een laag ureumgehalte in de melk. “Want hoe lager het ureumgehalte, hoe efficiënter de koe met het eiwit omgaat”, besluit Marc.

Meer weten?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u advies over dit onderwerp, neem dan vrijblijvend contact op met Marc Drenth of Stef van Bergen. Zij helpen graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.

 

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie